The Colorado Relay

Afgelopen weekend was het zo ver: tijd voor de Colorado Relay.

De Colorado Relay is een van de oudste estafette-races in de VS, en naar het schijnt een van de zwaarste relays ter wereld (naar eigen zeggen van de organisatie). Dit jaar werd de Colorado Relay alweer voor de 14e keer gehouden. Andere jaren was de totale afstand veel korter, maar dit jaar was de afstand bepaald op 197 mijl, oftewel 317 kilometer.

Er zijn verschillende categorieën waarin je de race kunt rennen, maar ons team deed mee in de reguliere categorie. Dit betekent dat het totale team bestaat uit 10 renners, plus twee chauffeurs.

De te rennen 197 mijl wordt verdeeld in 30 “legs”, de individuele etappes die de teamleden moeten rennen. Er zijn twee (sub)teams van elk 5 personen plus een chauffeur, en de volgorde waarin de teamleden de toegewezen “legs” rennen mag door het team zelf worden bepaald.

Er gaat heel wat voorbereiding zitten in de deelname. Niet alleen moet er natuurlijk worden getraind, maar er moet ook qua logistiek heel wat worden geregeld. Allereerst moet worden bepaald wie welke “leg” rent; er zijn “legs” die ook de beginnende renner kan doen (3,9 mijl over vlak terrein), en er zijn loodzware “legs” waarbij de renner 13 mijl moet rennen, waarvan meer dan de helft bergop is met een zeer steil hellingspercentage, en dat alles op een hoogte van een dikke 3000 meter – erg zwaar dus.

Voor het vervoer van “leg” naar “leg” hadden we twee 15-persoons busjes gehuurd (6 meter lengte) – Van 1 en Van 2 – wat betekende dat er voldoende zit- en ligruimte was voor iedereen, plus nog voldoende ruimte voor bagage. Ik zou bus nummer twee besturen, met daarin mijn directe collega Nate, twee van onze Vice Presidents, de man van een van de VP’s, plus nog een Vice President van een van onze partners die speciaal voor de relay hierheen is komen vliegen. Hij komt uit Minneapolis, wat op zo’n 253 meter hoogte ligt, en ook al is het een fervente marathonrenner, hij was niet gewend om op zulke grote hoogte te rennen dus we waren zeer benieuwd hoe hij het zou doen.

Op donderdag rond lunchtijd zijn we de busjes gaan oppikken, waarna om 14:00 uur de “versier-ceremonie” plaatsvond: iedereen kon zich uitleven op de ramen van de busjes om ze te versieren met speciale afwasbare verf. Uiteindelijk zijn we met z’n allen bijna een uur bezig geweest met versieren in de brandende hitte: het was zo’n 35 graden en er was geen enkele schaduw.

Van 1 en Van 2
Van 1 en Van 2 aan de voet van Georgia Pass

Gedurende een groot deel van de dag ben ik bezig geweest met het bestuderen van de route die ik moest rijden. Via Google Maps heb ik het hele traject gevolgd, om zo er al achter te komen waar de lastige punten zaten waarbij we op moesten letten. Zeker ook omdat we een deel midden in de nacht zouden rijden was het nuttig om de route alvast te verkennen.

Rond 17:30 uur zijn we met een aantal personen in Van 1 gestapt en vertrokken richting Breckenridge. De andere bus zou een uurtje later vertrekken. De rit van anderhalf uur was erg gezellig: er hing een goede, uitgelaten sfeer, er werd redelijk wat schunnige taal eruit gegooid (kerels onder elkaar), en omdat iemand een wifi hotspot had kon ook facebook nog worden bijgewerkt.

In Breck zouden we nog een collega met haar man (ook een van de renners) treffen, waarna we samen naar een restaurant zouden gaan waar we gereserveerd hadden. In dat restaurant zouden we ook een van onze VP’s treffen, en later die avond zou ook de andere VP met haar man daar naar toe komen. We hebben er heerlijk gegeten, lekker gedronken, er werden veel sterke en lollige verhalen verteld, en het was gewoon supergezellig.

Na het eten zijn we naar onze hotelkamers gegaan. We hadden twee suites geboekt, zodat ieder een eigen bed zou hebben. Onze suite had twee slaapkamers (één met een King, en één met twee Queens), plus nog een bedbank in de woonkamer. Aangezien de anderen allemaal moesten rennen de volgende dag offerde ik mezelf op om de bedbank te nemen. Rond een uur of elf lagen we in bed, en rond zes uur moesten we alweer opstaan.

Ik heb die nacht ontzettend slecht geslapen: ik ben elk uur wel een keer wakker geweest met het idee dat het tijd was om op te staan, waardoor ik me toen de wekker afliep niet zo heel erg uitgerust voelde. Tot overmaat van ramp had ik ook nog eens een knallende hoofdpijn, dus dat was allemaal niet echt ideaal om te beginnen aan twee dagen rijden zonder tijd voor veel slaap.

Na een ontbijtje in het hotel (een wrap met ei, ham, tomaat en avocado) waren we rond half acht bij de start. Onze eerste renner, Brad uit Van 1, zou om 8:00 uur vertrekken. Helaas kwam er een kleine vertraging van de start toen de organisatie per ongeluk benzine in de dieselgenerator gooide, waardoor de stroom volledig uitviel, en er geen omroepinstallatie meer was en de opblaasbare startpoort in elkaar zakte…

Vlak voor de start
Vlak voor de start van de race: onze renner, Brad, staat in het midden in het blauw

Zodra Brad was vertrokken reed Van 1 naar het eerste wisselpunt, waar Brad ons racenummer (126) zou doorgeven aan de tweede renner. Op dat moment zou Van 1 doorrijden naar het volgende wisselpunt waar renner 2 zou doorgeven aan renner 3, en zo door totdat de vijfde renner was begonnen. Op dat moment zou Van 1 doorrijden naar het volgende wisselpunt. Ondertussen was Van 2 – onze bus – op weg naar het punt waar renner 5 van Van 1 zou aankomen. Hier zou renner 5 van Van 1 het nummer doorgeven aan renner 1 van Van 2. Van 2 zou dan doorrijden naar het wisselpunt tussen renner 1 en renner 2, en dan zo verder totdat renner 5 was gestart. Hierna zou Van 2 naar het volgende wisselpunt gaan, waar Van 1 al stond te wachten. Renner 5 van Van 2 zou hier het nummer doorgeven aan renner 1 van Van 1, en zo bleef alles elkaar afwisselen totdat alle 30 “legs” waren afgerond.

En het was geweldig leuk om te doen! De sfeer in de bus was zo gezellig, en zo gemoedelijk. Er is normaal al weinig sprake van merkbare hiërarchie op kantoor, maar in de bus verdween dit allemaal.

Ik zal jullie niet met de details van elke “leg” gaan vervelen, maar enkel de hoogtepunten eruit halen.

Zoals het “commando centrum” naast mijn stoel, met de routebeschrijvingen, de veiligheidsvoorschriften, de “leg books” met de beschrijvingen voor de renners, met minimaal drie telefoons tegelijk aan autoladers, met een converter van 12 volt naar 120 volt waar nog een telefoon en een laptop aanhingen, bijgenaamd “The Griswolds”:
The Griswolds
The Griswolds

Zoals Nate, die bang was dat zijn met zweet doordrenkte shirt zijn tepels kapot zou schaven, en daarom besloot om er pleisters overheen te plakken, maar eerst moest hij daarom natuurlijk het haar rondom wegscheren met zijn scheerapparaat want anders zou het verwijderen van de pleisters te veel pijn doen. Uiteraard zijn er foto’s gemaakt, en hebben we er smakelijk om gelachen.

Een ander hoogtepunt was het natuurschoon waar we doorheen kwamen:

Aan de voet van Georgia Pass
Aan de voet van Georgia Pass

Regenboog in Frisco
Regenboog in Frisco

Vlakbij El Jebel
Vlakbij El Jebel

Pad richting een wisselpunt
Pad richting een wisselpunt

Exchange Point
Wisselpunt

Of die avond, toen we met Van 2 weer naar Breckenridge zijn gereden voor een diner en om lekker even te douchen, en toen Chad (een van onze VP’s en onze sterkste renner) tegen Matt, de VP van onze partner uit Minneapolis, voor de gein zei “If you want to run like me, maybe you’ll have to be and do like me”. Chad bestelde een calzone pizza, en Matt deed hetzelfde – het was puur toeval, maar toch wel erg ironisch toen beiden de volgende ochtend flink aan de diarree bleken te zijn.

De renners uit Van 1
De renners uit Van 2: v.l.n.r. Matt, Jason, Cassidy, Chad, Nate

Of nog later die avond, toen Jason uit Van 1 bij het hotel dat ze hadden geboekt om even bij te kunnen komen en te douchen door een beer achterna werd gezeten. Hij wilde nog even iets uit de bus halen toen hij een beer bij de afvalcontainers zag. Het bleek een jong te zijn, en toen hij zich omdraaide kwam “mommy dearest” langzaam op hem afgelopen. Om met Jason’s woorden te spreken uit zijn samenvattingsemail:

“I nearly crapped my pants in terror. On the plus side I ran so fast that time literally went backwards. I know what Sam felt like in Quantum Leap now. Not only did I beat that bear but, I’m sure that I passed a bullet train, Tron’s Lightcycle, and the Millennium Falcon on my to the front door… or maybe that was my life flashing before my eyes”

En wat te denken van alle stinkende Port-A-Potty’s die bij elk wisselpunt stonden, en die langzaam maar zeker vol raakten met al hetgene waar je niet bij wilt nadenken – zoals bijvoorbeeld calzone pizza’s. Het werd een beetje een gewoonte voor één iemand om als eerste naar de Port-A-Potty te gaan en om dan verslag uit te brengen aan de rest van het team. Hierbij kwamen memorable uitspraken naar boven als “Als je zou gaan zitten zou je bijna de berg in de Port-A-Potty aanraken”, of “Deze Port-A-Potty rook lekker, naar banaan, omdat iemand een bananenschil in het urinoir-deel had gegooid, en als je erover heen plaste dan kwam de bananengeur je tegemoet”. En dan waren er nog de minder smakelijke recensies, maar die zal ik jullie besparen.

Een ander hoogtepunt was de tijd die we hadden vóór de laatste 5 “legs” van Van 2. We zouden volgens de oorspronkelijke planning vierenhalf uur hebben. Onderweg naar het wisselpunt kregen we echter de ene update van Van 1 na de andere, en alle renners kwamen veel sneller binnen dan verwacht, waardoor onze rusttijd steeds minder werd. Tot overmaat van ramp was er geen plek om te parkeren bij het wisselpunt, en dus besloten we om door te rijden naar het eerstvolgende punt waar we zouden kunnen slapen. Dat punt, een park, bleek 9 mijl verderop te liggen. Eenmaal daar aangekomen hadden we nog maar anderhalf uur over om even te slapen voordat we weer terug moesten rijden naar het wisselpunt. Drie man sliepen in de bus, de drie anderen (waaronder ik zelf) lagen buiten, naast de bus, op het asfalt in onze slaapzakken. Ik heb het uiteindelijk nog 7:31 zien worden op mijn telefoon, en om 8:01 was ik alweer wakker – net zoals de rest van ons team. Ik had dus welgeteld 30 minuten geslapen, na eerste 25,5 uur wakker te zijn geweest, en na diverse korte en langere ritten, waaronder een zenuwslopende rit door een enorme storm door de donkere bergen. Op dat moment hadden we, nadat onze eerste renner weer was gestart, nog zo’n 40 mijl te rennen. Onze geschatte eindtijd zou ergens rond half vijf of vijf ’s middags zijn, zonder mogelijkheid om nog ergens een oog dicht te doen. Een lange dag dus.

Uiteindelijk bleek iedereen ontzettend goed te rennen, ook Chad en Matt die de hele dag door problemen met hun maag en darmen hadden gehouden. Matt deed vlak voor zijn laatste ren de gevleugelde uitspraak: “If you’ll excuse me, I’ll be going for my seventh shit of the day, which hopefully will be my last…”. Ondanks dat kwam hij onder de verwachte tijd binnen, een prima prestatie van iemand die én ziek was, én niet gewend is om op deze hoogte te zijn – laat staan te rennen.

Als laatste was Chad aan de beurt met een “leg” van bijna 10 mijl, waarbij hij het grootste deel bergop zou rennen. Hij zag al grauw uit voordat hij begon te rennen, maar toen hij even voor vijven richting de finish kwam zag hij nog slechter uit dan vóórdat hij begon. Uiteindelijk bleek zijn “leg” anderhalve mijl langer te zijn dan gepland, maar ondanks dat kwam hij 3 minuten eerder binnen dan zijn verwachte aankomsttijd – de man is echt een machine: ziek, misselijk, hoofdpijn, langer rennen dan gepland, en dan nóg drie minuten sneller zijn…

Het laatste stuk is het de bedoeling dat het hele team met de laatste renner mee rent zodat iedereen samen over de finish zou komen, maar Chad’s tempo lag zó hoog dat niemand hem bij kon houden. Ondanks herhaalde verzoeken om iets langzamer te rennen bleef Chad het tempo hoog houden. Naderhand gaf hij aan dat hij bang was niet meer op gang te kunnen komen als hij langzamer zou gaan rennen.

Eenmaal over de streep was Chad uitgeput – en ik ook… Ongelofelijk hoe hij dit hoge tempo vol heeft kunnen houden gedurende 10 mijl, daar waar ik na 500 meter al kapot was (al ben ik natuurlijk niet in vorm – hoewel: rond is ook een vorm).

Team Xerox This!
Team Xerox This!

Na de race hebben we met z’n allen genoten van een welverdiend biertje en wat nachos, waarna we richting de busjes zijn gelopen om de spullen te wisselen: één bus ging zaterdagavond terug richting Denver, de andere pas op zondagochtend. Op dat moment bleek dat Van 1 bij een drankzaak was gestopt en vier flessen champagne had gekocht, ter afsluiting van de Colorado Relay, en ter ere van de verjaardag van Matt. Na nog een gezellige champagneborrel bij de busjes stapten we met zes man in Van 2, en begon de terugreis richting Denver.

Champagne bij de busjes
Champagne bij de busjes

Even voor middernacht was ik thuis, en even na tweeën ben ik mijn bed in gerold. Uiteindelijk heb ik van donderdagochtend zes uur tot twee uur ’s nachts in de nacht van zaterdag op zondag 30 minuten geslapen – en het was het allemaal waard, want ik heb van het hele avontuur genoten. En ik heb me voor volgend jaar alweer aangemeld om te rijden!

One Response to “The Colorado Relay”

  1. Leo en Wies

    Dennis,
    Wat weer een leuk en goed geschreven verhaal. Geweldige prestatie van jullie! Lijkt me een leuk bedrijf met leuke collega’s.
    Volgende blog weer een huis update?
    zijn je ouders alweer terug naar NL?
    gr.
    Leo

Leave a Reply

You must be logged in to post a comment.