Weekje naar de Black Hills – Deel 1

Zondag 1 april (ja, echt!) was het begin van onze week vakantie. Dat wil zeggen, die dag zijn we vertrokken voor een weekje naar de Black Hills in South Dakota.

Rond 8:00 uur zijn we richting Nederland vertrokken, waar we Murphy bij Kim en Arthur zijn gaan afzetten. Het is zo’n beetje zijn vaste logeeradres als we ergens voor langere tijd naar toe gaan. Hij kan het heel goed vinden met Sasha en Niles, de honden van Kim en Arthur, dus hij heeft het daar enorm naar zijn zin en zal ons helemaal niet missen.

Even na negenen waren we in Nederland, en na gezellig een kop koffie te hebben gedronken zijn we rond 10:00 uur op pad gegaan.

Omdat ik geen zin had om weer via Boulder Canyon terug te rijden, zijn we in plaats daarvan via de Peak to Peak Highway maar naar Lyons gereden, en vandaar binnendoor gestoken richting de I-25.

In Loveland zijn we nog even bij de outlet mall gestopt, om te kijken of we bij Ralph Lauren en Tommy Hilfiger nog een koopje of twee konden vinden. En het is gelukt: Anna heeft een leuk jasje gekocht bij Tommy (afgeprijsd tot maar liefst $15 inclusief tax), en ik vond bij Ralph een leuke trui in de aanbieding (niet zo goedkoop als Anna’s jasje, maar $40 voor een Ralph Lauren trui is nog steeds geen geld).

Van Nederland naar Scotts Bluff National Monument
De route van Nederland in Colorado via Cheyenne in Wyoming naar Scotts Bluff National Monument in Nebraska

Na dit success was het dan tijd om richting Wyoming te vertrekken. Even ten noorden van Cheyenne zouden we de US85 in noordoostelijke richting opduiken, maar we wilden eerst nog even in Cheyenne gaan lunchen. Ik was al eens in Cheyenne geweest, maar Anna nog niet. Helaas reden we door niet op te letten onze afslag voor Cheyenne centrum voorbij, en dus moesten we omdraaien. Dat deden we bij een tankstation, waar we dan ook nog maar even een Rand McNally atlas hebben gekocht, zodat we in ieder geval een kaart bij ons hadden mocht het nodig zijn.

Eenmaal in Cheyenne zijn we gaan lunchen bij Shadows Pub & Grill, in de oostvleugel van het historische Cheyenne Union Pacific Depot. Het is er lekker, niet duur, en je kunt er gratis parkeren. Na de lunch, en na een korte rondrit door Cheyenne zodat Anna een indruk kon krijgen, gingen we op zoek naar de afslag van de US85.

De US85 is een weg die door de graslanden van Wyoming gaat, met weidse vergezichten. Zo’n 10 mijl ten zuiden van het stadje Hawk Springs is er een afslag voor Highway 151 (County Road 1), richting La Grange. Een mijl of zeven à acht ten oosten van La Grange rijd je vervolgens Nebraska binnen, en gaat de 151 over in de 88.

Welcome to Nebraska
Welkom in Nebraska!

Highway 88 is een lange, zéér lange rechte weg, dwars door de graslanden met glooiende heuvels. Mooi om te zien, zelfs nu het nog allemaal wat dor en droog is. Desonanks krijg je ook daar uiteindelijk genoeg van.

Uiteindelijk kom je bij de splitsing met Highway 71, welke je dan in noordelijke richting op gaat, richting Scottsbluff, Nebraska. Al vóór je bij die afslag komt, doemen er aan je linkerkant al mooie rotspartijen op, die een voorproefje blijken te zijn van Scotts Bluff National Monument.

Voorproefje
Een voorproefje

Even voordat je het stadje Scottsbluff binnenrijdt, kom je bij het kleine stadje Gering (”Home of Miss Nebraska 2010 and Miss America 2011″), waar je afslaat richting Scotts Bluff National Monument.

Scotts Bluff National Monument is een punt op de oude Oregon Trail (een route van zo’n 3200 kilometer die de pioniers namen van Missouri naar Oregon).

Oregon Trail
Je rijdt op een stuk van de oude Oregon Trail

Oorspronkelijk heette het Scott’s Bluffs – de bluffs, ofwel de hoge, steile rotspartijen van Scott – vernoemd naar Hiram Scott, een pelzenjager die in 1828 bij de meest markante bluff is overleden.

Scotts Bluff vormde een navigatiepunt voor de pioniers, omdat het al van verre zichtbaar was, en het betekende dat ze de lange tocht over de prairie hadden volbracht. Het betekende echter ook dat ze pas 1/3 van de totale tocht erop hadden zitten. De moeilijke tocht over de Rocky Mountains moest toen nog beginnen.

Scotts Bluff
Scotts Bluff National Monument met op de voorgrond een ‘conestoga wagon‘ met de typsiche schuine achterkant

Bij Scotts Bluff is een klein ‘visitor center’ waar je wat meer over de geschiedenis te weten kunt komen. Je kunt, na het betalen van de National Park fee, met de auto helemaal naar boven rijden, waar je vanaf de parkeerplaats enkele paden kunt bewandelen om bij mooie uitzichtpunten uit te komen.

Uitzicht vanaf Scotts Bluff
Uitzicht vanaf Scotts Bluff

Scotts Bluff is bijzonder interessant, zeker als je je probeert voor te stellen hoe alles daar in het begin van de 19e eeuw uitzag: geen wegen, geen dorpen of stadjes, alleen maar gras en rotsen. Zeker een aanrader.

Vanuit Scotts Bluff National Monument zijn we via Gering naar het stadje Scottsbluff gereden, waar we nog even hebben getankt. Van Scottsbluff was het nog een goed anderhalf uur rijden naar onze overnachtingsplaats, Fort Robinson State Park, even buiten Crawford, Nebraska.

Even na vijven gingen we, na het tanken, weer onderweg voor die laatste anderhalf uur.

Van Scotts Bluff NM naar Fort Robinson State Park

Nadat we een paar minuten onderweg waren begon ik ineens te twijfelen over de inchecktijd bij Fort Robinson State Park. Ik was er tot op dat moment van overtuigd dat inchecken tot 20:00 uur mogelijk was, maar omdat we om 17:00 uur de Park Ranger bij Scotts Bluff National Monument weg zagen rijden, begon ik ineens te twijfelen. Fort Robinson was een State Park, dus waarschijnlijk vertrok daar ook iedereen om 17:00 uur. Met andere woorden: er zou wel eens niemand meer kunnen zijn als we er aankwamen.

Hoe meer ik erover nadacht, des te meer overtuigd ik ervan raakte dat het inchecken vóór 17:00 uur moest plaatsvinden. Anna stelde voor om even te bellen, maar kreeg niemand meer te pakken.

Op dat moment besloot ik om ietsje sneller te gaan rijden. We reden in een 60 mijl per uur zone, maar ik drukte het gas iets verder in, en zette de cruise control op 70 mijl per uur. De wegen waren recht, overzichtelijk, en vrijwel verlaten, dus dat moest kunnen. Hoe langer het duurde, hoe nerveuzer ik werd. Crawford, het dichtstbij gelegen stadje, had namelijk maar zo’n 1100 inwoners, dus de kans dat er veel aan hotelkamers beschikbaar was, was erg klein. En ik wilde eigenlijk toch wel héél erg graag in Fort Robinson overnachten…

Uiteindelijk besloot ik om de snelheid naar 75 mijl per uur te brengen. Er waren inmiddels nog minder auto’s op de weg dan voorheen, dus het zou geen probleem moeten zijn. Sowieso zag je auto’s van een afstand al aankomen, dus je kon anticiperen.

Weg in Nebraska
Weg in Nebraska

Nu ging dat heel lang goed, totdat we in een bochtig, heuvelachtig gebied kwamen. Vlak na een bocht ging de weg een heuvel af, en zodra we de bocht om de heuvel af gingen, kwam ons een Nebraska State Trooper tegemoet. Heel even had ik de hoop dat hij door zou rijden, maar helaas: hij remde af, draaide om, en kwam met volle vaart, sirene en een kermis aan verlichting achter me aan. Sh*t. Heb ik weer. We zijn al laat, en die ene politieagent die in deze helft van Nebraska patrouilleert, komt mij tegen.

De State Trooper was heel vriendelijk. Hij wist ons te vertellen dat we nog maar 11 mijl van Fort Robinson af zaten, en dat – mocht Fort Robinson niet meer open zijn – we in Crawford vast en zeker een hotelkamer konden vinden. Heel even had ik nog de hoop er met een waarschuwing van af te komen, maar helaas: hij zei dat hij zou opschieten, zodat we weer verder konden.

Na een hele tijd wachten – wat waarschijnlijk langer leek dan het in werkelijkheid was – kwam hij terug met mijn bekeuring. Hij zei dat hij me het voordeel van de twijfel gaf omdat ik bergaf ging, en in plaats van de 75 mijl per uur die hij had vastgesteld gaf hij me een bekeuring voor 70 mijl per uur. Een stuk minder ernstig, en vooral ook een stuk goedkoper. Uiteindelijke kosten: $73. Zonde geld, maar het had erger kunnen zijn.

Ik zei nog tegen hem dat dit mijn eerste bekeuring ooit was, waarop hij reageerde met “Wow, are you serious? Then you’ve done a lot better than I have!” Hij wenste ons nog een fijne avond, en een fijne vakantie, en we konden weer vertrekken. Ik heb op dat moment voor de rest van de vakantie wel mijn lesje geleerd, en de cruise control heeft sindsdien maximaal 3 mijl boven de snelheidslimiet gestaan!

Eenmaal aangekomen bij Fort Robinson bleek het kantoor, zoals we al vreesden, gesloten te zijn. Het was bijzonder stil op Fort Robinson, maar het zag er geweldig uit. Ik was zó aan het balen dat we er niet konden overnachten, dat ik besloot de trappen naar het kantoortje op te lopen om te kijken of er wellicht ergens een telefoonnummer hing, om te kijken of we op de een of andere manier toch nogonze kamer konden krijgen. Maar er hing iets beters: een envelope met onze naam erop, met daarin een mededeling dat ze het spijtig vonden dat ze ons hadden gemist, maar dat ze onze kamer voor ons open hadden gelaten, met de sleutel op het bureautje in de kamer.

Ik was zó blij op dat moment! Héél even had ik zoiets van “verdorie, dan had ik ook niet te snel hoeven rijden, en had ik die bekeuring niet gekregen”, maar die gedachte werd al snel overschaduwd door het feit dat we daadwerkelijk in de barakken van het oude fort konden overnachten.

We parkeerden de auto, en gingen naar onze kamer, 205 op de eerste verdieping. De kamer bleek op een hoek te liggen, zoals we al hadden gehoopt (vandaar dat we 205 hadden geboekt), en had een mooi uitzicht over het terrein en alle gebouwen.

Barakken uit 1909 met rechtsboven onze kamer
De barakken uit 1909 met rechtsboven onze kamer

Uitzicht vanuit onze kamer
Het uitzicht vanuit onze kamer in Fort Robinson

Het was een heel eenvoudige kamer, met twee éénpersoonsbedden, maar wel met een eigen badkamer met wastafel, douche, en toilet. Meer hadden we ook niet nodig, en voor $55 per kamer per nacht was het werkelijk geweldig.

Onze kamer in Fort Robinson
Onze kamer in Fort Robinson

Fort Robinson is een voormalig US Army fort, geopend in 1873 als Camp Robinson en in 1879 hernoemd tot Fort Robinson, dat tot 1948 in gebruik is geweest als legerbasis (in 1943 is er zelfs een krijgsgevangenkamp geweest). Hierna is het tot 1971 een ‘beef research station’ geweest van de United States Department of Agriculture. Sinds 1955 is het een State Park, en sinds 1960 is het ook een National Historic Landmark.

Fort Robinson is jarenlang de thuisbasis geweest van het 9e regiment van de cavalerie, beter bekend als ‘Buffalo Soldiers‘, het eerste regiment dat door Congress in het leven werd geroepen dat volledig uit African-Americans bestond – een uniek iets in 1866.

Wat veel mensen niet weten is dat je op Fort Robinson kunt overnachten: je kunt kiezen uit een camp ground, een kamer in een van de barakken, of je kunt volledige huizen huren (zoals de voormalige ‘Nurse’s Station’, een bakstenen huisje met twee slaapkamers, een woonkamer en een keukentje). Zoals gezegd zijn de kamers zeer eenvoudig, maar de sfeer van de lokatie, en de omgeving, maken zeer veel goed.

We besloten om voordat we op zoek gingen naar wat te eten even over het terrein te lopen. Het weer was heerlijk, al begonnen er wat wolken te komen.

Fort Robinson - Officer's Quarters

Fort Robinson By Night
Fort Robinson By Night

Na ons rondje te hebben gelopen zijn we het dorpje Crawford in gereden. Op Google Earth had ik al gezien dat er drie restaurants waren: één aan de grote doorgaande weg (Staab’s Drive-Inn), plus nog twee restaurants aan Main Street in downtown (hoewel zowel ‘Main Street’ en ‘downtown’ veel meer doet vermoeden dan er in werkelijkheid was).

Aangezien beide restaurants in ‘downtown’ dicht bleken te zijn, besloten we om bij Staab’s wat te gaan eten. Het is een klein eettentje, waar je aan een loket bestelt, waarna je je eten in de auto of aan de picknicktafels ter plekke kunt opeten, of je kunt het ‘to go’ krijgen. Het is een beetje een snackbar idee, met op het menu burgers, hotdogs, frieten, uienringen, enz. enz. Wel bijzonder populair, zo bleek in het kwartiertje dat we er waren. We besloten voor een portie uienringen te gaan, en de specialiteit van het huis: de pizzaburger. Aangezien we er ons geen voorstelling bij konden maken vroegen we wat een pizzaburger in godsnaam was. Het bleek een hamburger (het vlees) te zijn, met daarop mozzarella, wat gepaneerd werd, en daarna gefrituurd. Dit werd dan geserveerd op een hamburgerbroodje, met daarop mayonaise, ketchup, mosterd, uitjes, tomaat, en augurk. Een interessante combinatie, en geheel onverwacht ook nog best lekker, al zal ik niet snel midden in de nacht wakker worden en denken “Verdorie, wat heb ik zin in een pizzaburger nu!”

Na deze bijzonder decadente en gezonde maaltijd keerden we weer terug naar de barakken van Fort Robinson. We besloten om nog even te genieten van het mooie weer, door op het balkon/de ‘porch’ bij onze kamer nog even wat te lezen. Na ongeveer een kwartiertje begon het ineens hard te waaien, en daalde de temperatuur drastisch, zo ver dat het plots te koud was om nog buiten te blijven zitten.

We besloten daarom om redelijk vroeg het bed in te duiken, zodat we de volgende ochtend ook weer vroeg konden vertrekken. Er stond namelijk heel wat op het programma, onder andere Toadstool Geologic Park, Mammoth Site Hot Springs, en uiteraard de aankomst in Rapid City.

Maar daarover meer in deel 2!

4 Responses to “Weekje naar de Black Hills – Deel 1”

  1. Roger en Monique

    Het klinkt allemaal erg leuk. Ben benieuwd naar deel 2… :-)

  2. José

    Hahaha! Ik ook!

  3. RNA

    Hey Dennis,
    Leef je nog?! Ben benieuwd naar deel 2 haha!

  4. Liliane Nys

    Hallo Denis, op 15 mei vertrekken we voor (23 dagen) een rondreis van Las Vegas naar Denver.
    Op 4 juni zouden we willen verblijven in Fort Robinson met een voorkeur voor jullie kamer 205. Heb jij toevallig een mailadres van deze lodge ? Ik heb enkel een mogelijke booking via “Reserve america” maar dit is allemaal niet zo heel duidelijk. Is een ontbijt inbegrepen in de prijs of kan je met extra betalen een ontbijt ter plaatse gebruiken ? We genieten hier van jullie verhalen !!!! Groetjes uit België

Leave a Reply

You must be logged in to post a comment.