Weekje naar de Black Hills – Deel 2

Voordat ik het in de gaten had is er ineens weer een hele tijd voorbij gegaan zonder update – sorry daarvoor! Alles is hier verder prima, alleen is het de laatste tijd zo druk op het werk dat ik daar geen tijd meer heb om iets te schrijven, en eenmaal thuis was het lekker om even niks te doen. Maar goed, ik zal wederom eens een keer mijn leven proberen te beteren en regelmatiger wat schrijven.

Bij deze dan alvast Deel 2 van ons weekje naar de Back Hills.

Maandag 2 april stonden we redelijk vroeg op. We hadden niet zo’n heel lange rit voor de boeg – de pure rijtijd was maar zo’n anderhalf à twee uur naar Rapid City, maar we hadden een aantal dingen op het programma staan waarvan we niet wisten hoe lang deze zouden duren.

We verlieten onze kamer, en gingen naar het kantoortje om de sleutel in te leveren. Aan de aardige dame vroegen we of we ergens in Crawford konden ontbijten. Ze zei dat er twee tentjes waren die ontbijt serveerden: een aan de andere kant van het dorp, de ander in het centrum: de Snack Shop.

We besloten om de Snack Shop eens te gaan bekijken – de naam klonk niet direct geweldig, maar je weet nooit. We reden door het centrum (niet met je ogen knipperen want dan mis je het), gingen rechtsaf bij het stopbord, en daar was de snackshop: een klein vierkant blauw gebouw met een deur en een raam. Het zag er niet echt uit als een restaurant, maar er hing een Pepsi bord, dus we zaten blijkbaar goed.

Snack Shop
Snack Shop

We parkeerden en gingen naar binnen, waar de serveerder/kok/eigenaar met een local stond te praten. We werden van top tot teen bekeken – buitenstaanders in een klein dorpje als Crawford vallen natuurlijk op – en we kregen een tafeltje.

We bestelden het duurste op het menu: 2 eieren, met hashbrowns, bacon en toast, met een kop koffie erbij. Veel hadden we er niet echt van verwacht, maar het was écht bijzonder lekker: de lekkerste bacon die we in lange tijd hadden gehad, en ook de hashbrowns waren perfect. Uiteindelijk was het ontbijt, inclusief fooi, nog geen $14.

Zoals men al had voorspeld was het weer niet al te geweldig. Het was bewolkt, en er zou een kleine kans op regen zijn. Op zich wel jammer, maar al snel bleek dat het perfect weer was voor onze volgende bestemming: het minder bekende Toadstool Geologic Park.

Van Fort Robinson naar Toadstool Geologic Park
Van Fort Robinson naar Toadstool Geologic Park

Het park lag niet zo heel ver van Crawford vandaan, maar om er te komen moest je 15 mijl (zo’n 24 kilometer) over een onverharde weg rijden. Tijdens die 24 kilometer zijn we langs twee huizen gereden, en zijn we drie auto’s tegen gekomen. Die tijd van het jaar is het er niet al te druk, en sowieso is het een wat minder bekend park, dus ook in het hoogseizoen zal het er niet bijzonder druk zijn.

De weg naar Toadstool Geologic Park
De weg naar Toadstool Geologic Park

De weg is lang, en verlaten, en op bepaalde punten heb je mooie uitzichten op de omgeving. Uiteindelijk kom je bij een camp ground, waar blijkt dat het inderdaad nooit zo heel druk zal worden: er waren slechts vijf parkeerplekken.

We stapten uit, en kwamen erachter dat het toch wel erg koud was geworden. Het was maar een graad of tien, met een stevige wind. Zelfs met een fleece vest en een fleece jas was het nog killetjes. We waren de enigen in het park op dat moment, dus het was heel stil – het gaf een bijzondere sfeer.

Toadstool Geologic Park is ontstaan door sedimentlagen die langzaam maar zeker door water eroderen. Door deze erosie wordt de zandachtige steen onder hardere steenlagen weggespoeld. Het gevolg is dat je grotere rotsblokken op kleinere, dunnere pilaren ziet liggen, wat er uitziet als een vreemde paddestoel – oftewel een Toadstool.

Toadstools
Toadstools

Sommige van de ‘toadstools’ zijn behoorlijk groot.
Anna onder een toadstool
Anna onder een toadstool

Aan de rand van de camp ground bevindt zich het begin van een wandelpad door het park, en je kunt er de route met beschrijving gratis krijgen. Je begint met een wandeling door een vlak moerasachtig stuk, en als je dieper het park in gaat, ga je ook langzaamaan omhoog. Uiteindelijk kom je bovenop de hogere stukken terecht, met prachtige uitzichten.

Uitzicht
Uitzicht, met onze auto ongeveer in het midden

Ook kom je aparte dingen tegen, zoals versteende pootafdrukken van dinosaurussen. In de sedimentlagen bevinden zich ook veel botten. Er zijn heel wat complete beenderen van dinosaurussen gevonden, en als je goed zoekt vind je zelf ook nog heel wat botresten. Zo vonden we ergens een volledig bot, wat leek op een onderdeel van een gewricht. Het lag vrij dicht aan het oppervlak, en geeft goed aan dat er met hevige regenval er steeds nieuwe dingen worden blootgelegd.

Bot
Bot van een gewricht

Uiteindelijk hebben we zo’n twee uur in het park rondgelopen. Het is er echt prachtig, en de bewolking zorgde voor prachtig licht. Het is weer eens iets heel anders, en het is echt de moeite waard om te bezoeken als je in de buurt bent.

Toadstool Geologic Park was een onverwacht juweeltje. Hier nog enkele foto’s.

Toadstool Geologic Park

Toadstool Geologic Park

Toadstool Geologic Park
Toadstool Geologic Park

Na Toadstool hadden we nog enkele andere dingen op het programma staan, maar in tegenstelling tot hoe ik normaal altijd vakanties plande, had ik nu een lijstje opgesteld van dingen die we graag zouden willen zien zonder dat we ze ook allemaal moesten zien. Lukte het niet, dan was het jammer; lukte het wel, dan was het mooi meegenomen. Normaal gesproken heb ik altijd alles tot op de minuut vastgelegd. En ik moet zeggen, het beviel me wel.

Van Toadstool Geologic Park naar Rapid City
Toadstool Geologic Park via Hot Springs naar Rapid City

Zo hadden we op de planning staan om naar Jewel Cave National Monument te gaan, maar dat is er uiteindelijk niet van gekomen omdat we wat lang bij Toadstool Geologic Park waren geweest.

Welcome to South Dakota

Wat we wel hebben gedaan, is onderweg stoppen bij alles wat we tegenkwamen dat ons interessant leek. Zo kwamen we langs een bord voor het Black Hills Wild Horse Sanctuary. Het is een plek in een prachtige vallei, waar wilde paarden leven, zowel Mustangs, als paarden die ooit door de Spanjaarden in Noord-Amerika zijn uitgezet. Het is ooit gestart door Dayton O. Hyde, en er zijn nu enkele honderden paarden die er een thuis hebben. Heel bijzonder om te zien, en een onverwachte stop onderweg naar Rapid City.

Black Hills Wild Horse Sanctuary
Black Hills Wild Horse Sanctuary

Onze volgende stop was Hot Springs, waar we heerlijk hebben geluncht – het was wel een late lunch, inmiddels, maar oh zo lekker. Na de lunch zijn we naar de Hot Springs Mammoth Site geweest, iets wat op het lijstje stond, en iets wat we allebei heel graag wilden bezoeken.

De Mammoth Site is een van de grootste opgravingen van mammoetbeenderen ter wereld, en per toeval ontdekt toen men er een nieuwe wijk wilde gaan bouwen. Het is erg interessant om te zien hoeveel er al is uitgegraven, en hoeveel er nog allemaal begraven ligt. Er liggen vrijwel complete skeletten en je leert er heel wat. Je kunt ook het onderzoekslaboratorium bezoeken, maar omdat het al wat later op de dag was hebben we dat overgeslagen.

Hot Springs Mammoth Site
Hot Springs Mammoth Site

Eenmaal weer buiten was het een beetje beginnen te regenen, iets wat er de hele dag wel al aan zat te komen. We stapten in de auto, en gingen op weg naar Rapid City.

Na een rit door prachtig landschap kwamen we aan bij ons hotel, The Hotel Alex Johnson. Het hotel staat op het National Register of Historic Places, en is gebouwd in 1927/1928 door spoorwegmagnaat Alex Johnson. Enkele jaren geleden is het hotel gerenoveerd, en het is een perfecte uitvalsplaats voor de Black Hills. Binnen 25 minuten ben je bij Mount Rushmore, binnen een half uur ben je bij Custer State Park, binnen drie kwartier ben je bij Badlands National Park, en binnen anderhalf uur ben je in Wyoming bij Devils Tower.

Hotel Alex Johnson
Hotel Alex Johnson

Het hotel ligt ook nog eens midden in het centrum, en Rapid City is klein genoeg om alles te voet te kunnen doen. Ik had het hotel rechtstreeks benaderd, en had een mooie deal gekregen: $65 per nacht voor een Junior Suite. Bij het verblijf zat ook gratis parkeren, elke avond een gratis appetizer bij aankoop van een cocktail in the Vertex Skybar (met uitzicht over de stad), een gratis tweede koffie bij aankoop van een koffie in de aangrenzende Seattle’s Best, en een gratis glas bier bij aankoop van een appetizer in de inpandige Irish Pub.

Nadat we onze bagage in de hotelkamer hadden gezet, zijn we wat gaan rondlopen in de stad. Helaas was het al later in de middag, en waren vrijwel alle winkels al dicht (sluitingstijd was 17:00 uur of 18:00 uur). We besloten die avond te gaan eten bij de Firehouse Brewing Company, een brouwerij en restaurant, in een oude brandweerkazerne, om de hoek van het hotel. Het bier was er erg lekker, en het eten was redelijk geprijsd en erg lekker.

Firehouse Brewing Company
Links de Firehouse Brewing Company

Na een lange, maar geweldige dag doken we moe maar voldaan vrij vroeg het bed in. De volgende dag stond Devils Tower op het programma – iets waar ik al jaren naar uit keek…

Wordt vervolgd…

Coming soon: Weekje naar de Black Hills – Deel 2!

Even een snelle update tussendoor.

De afgelopen weken hebben we het behoorlijk druk gehad. Van 20 april tot en met vorige week zijn mijn ouders op bezoek geweest, waardoor het bijwerken van mijn blog een beetje op een laag pitje is komen te staan (lees: het vlammetje was tijdelijk even gedoofd…). Maar: ik ben het nog niet vergeten – deel 2 komt eraan!

Tijdens het bezoek van mijn ouders had ik gewoon geen zin om aan mijn blog te werken: er waren leukere dingen die we konden doen!

Hebben we veel leuke dingen gedaan? Ach, we zijn eigenlijk niet echt ergens heen geweest. We hebben lekker veel thuis gekookt dit keer, een keer gebarbecued, zijn een paar keer lekker gaan uiteten, en we zijn naar een tuincentrum geweest.

Tuincentrum? Jawel, want we hebben sinds een aantal weken een heuse achtertuin! Er staat op dit moment nog niet heel veel aan planten in de tuin, maar we hebben wel een terras, gras, een sprinklerinstallatie, en een border rondom.

De dag dat de tuinaanleg klaar was zag het er zo uit:

Achtertuin
De vers aangelegde achtertuin

Zoals je op de foto kunt zien hebben we inmiddels ook een hek tussen onszelf en de buren, waarmee de tuin nu een mooi blank canvas is geworden. We hebben ongeveer 1.20 m “mulch” rondom langs het hek, en ongeveer 60 cm langs het huis. Het terras is ongeveer 4,5 m x 4,5 m meter, en is gemaakt met “Colorado Red Flagstone”, een roodachtige natuurlijke flagstone die hier veel voorkomt. Het grasveld is ongeveer 18 meter breed, en ongeveer 10 meter diep. Al met al geen supergrote tuin, maar zeer zeker groot genoeg voor ons en voor Murphy.

Nadat de tuin was aangelegd zijn we naar Harmony Gardens Nursery in Fort Collins geweest, een tuincentrum/boomkwekerij die we nog kenden van onze tijd in Fort Collins. De hele kwekerij is ongeveer 150.000 m² groot, dus je bent er wel even zoet. Uiteindelijk zijn we met 30 planten naar huis gereden – een hele auto vol, met vier personen en enkele zakken met kleding van de outlet mall die we op de heenweg nog even hebben leeggewinkeld.

Nog niet alle planten staan in de grond, maar beetje bij beetje komt dat wel. We zijn wel heel strijdlustig, want we hebben voor geen enkele plant toestemming gevraagd bij de HOA, hoewel dit officieel wel dient te gebeuren.

Prairie Fire CrabappleHet volgende plan: een boom planten in het gras, om de grote open ruimte enigszins te breken. We willen graag een Prairie Fire Crabapple plaatsen, en die ziet er ongeveer zo uit als je in het kleine plaatje kunt zien. Een enigszins laag blijvende boom, die mooi groeit, en vooral prachtige bloesems heeft.

Maar goed, daarvoor moeten we wél toestemming vragen bij de HOA – een boom valt zo op, hè, als die er plotseling staat…

Hoe dan ook: deel 2 van ons weekje naar de Black Hills volgt snel!

Weekje naar de Black Hills – Deel 1

Zondag 1 april (ja, echt!) was het begin van onze week vakantie. Dat wil zeggen, die dag zijn we vertrokken voor een weekje naar de Black Hills in South Dakota.

Rond 8:00 uur zijn we richting Nederland vertrokken, waar we Murphy bij Kim en Arthur zijn gaan afzetten. Het is zo’n beetje zijn vaste logeeradres als we ergens voor langere tijd naar toe gaan. Hij kan het heel goed vinden met Sasha en Niles, de honden van Kim en Arthur, dus hij heeft het daar enorm naar zijn zin en zal ons helemaal niet missen.

Even na negenen waren we in Nederland, en na gezellig een kop koffie te hebben gedronken zijn we rond 10:00 uur op pad gegaan.

Omdat ik geen zin had om weer via Boulder Canyon terug te rijden, zijn we in plaats daarvan via de Peak to Peak Highway maar naar Lyons gereden, en vandaar binnendoor gestoken richting de I-25.

In Loveland zijn we nog even bij de outlet mall gestopt, om te kijken of we bij Ralph Lauren en Tommy Hilfiger nog een koopje of twee konden vinden. En het is gelukt: Anna heeft een leuk jasje gekocht bij Tommy (afgeprijsd tot maar liefst $15 inclusief tax), en ik vond bij Ralph een leuke trui in de aanbieding (niet zo goedkoop als Anna’s jasje, maar $40 voor een Ralph Lauren trui is nog steeds geen geld).

Van Nederland naar Scotts Bluff National Monument
De route van Nederland in Colorado via Cheyenne in Wyoming naar Scotts Bluff National Monument in Nebraska

Na dit success was het dan tijd om richting Wyoming te vertrekken. Even ten noorden van Cheyenne zouden we de US85 in noordoostelijke richting opduiken, maar we wilden eerst nog even in Cheyenne gaan lunchen. Ik was al eens in Cheyenne geweest, maar Anna nog niet. Helaas reden we door niet op te letten onze afslag voor Cheyenne centrum voorbij, en dus moesten we omdraaien. Dat deden we bij een tankstation, waar we dan ook nog maar even een Rand McNally atlas hebben gekocht, zodat we in ieder geval een kaart bij ons hadden mocht het nodig zijn.

Eenmaal in Cheyenne zijn we gaan lunchen bij Shadows Pub & Grill, in de oostvleugel van het historische Cheyenne Union Pacific Depot. Het is er lekker, niet duur, en je kunt er gratis parkeren. Na de lunch, en na een korte rondrit door Cheyenne zodat Anna een indruk kon krijgen, gingen we op zoek naar de afslag van de US85.

De US85 is een weg die door de graslanden van Wyoming gaat, met weidse vergezichten. Zo’n 10 mijl ten zuiden van het stadje Hawk Springs is er een afslag voor Highway 151 (County Road 1), richting La Grange. Een mijl of zeven à acht ten oosten van La Grange rijd je vervolgens Nebraska binnen, en gaat de 151 over in de 88.

Welcome to Nebraska
Welkom in Nebraska!

Highway 88 is een lange, zéér lange rechte weg, dwars door de graslanden met glooiende heuvels. Mooi om te zien, zelfs nu het nog allemaal wat dor en droog is. Desonanks krijg je ook daar uiteindelijk genoeg van.

Uiteindelijk kom je bij de splitsing met Highway 71, welke je dan in noordelijke richting op gaat, richting Scottsbluff, Nebraska. Al vóór je bij die afslag komt, doemen er aan je linkerkant al mooie rotspartijen op, die een voorproefje blijken te zijn van Scotts Bluff National Monument.

Voorproefje
Een voorproefje

Even voordat je het stadje Scottsbluff binnenrijdt, kom je bij het kleine stadje Gering (”Home of Miss Nebraska 2010 and Miss America 2011″), waar je afslaat richting Scotts Bluff National Monument.

Scotts Bluff National Monument is een punt op de oude Oregon Trail (een route van zo’n 3200 kilometer die de pioniers namen van Missouri naar Oregon).

Oregon Trail
Je rijdt op een stuk van de oude Oregon Trail

Oorspronkelijk heette het Scott’s Bluffs – de bluffs, ofwel de hoge, steile rotspartijen van Scott – vernoemd naar Hiram Scott, een pelzenjager die in 1828 bij de meest markante bluff is overleden.

Scotts Bluff vormde een navigatiepunt voor de pioniers, omdat het al van verre zichtbaar was, en het betekende dat ze de lange tocht over de prairie hadden volbracht. Het betekende echter ook dat ze pas 1/3 van de totale tocht erop hadden zitten. De moeilijke tocht over de Rocky Mountains moest toen nog beginnen.

Scotts Bluff
Scotts Bluff National Monument met op de voorgrond een ‘conestoga wagon‘ met de typsiche schuine achterkant

Bij Scotts Bluff is een klein ‘visitor center’ waar je wat meer over de geschiedenis te weten kunt komen. Je kunt, na het betalen van de National Park fee, met de auto helemaal naar boven rijden, waar je vanaf de parkeerplaats enkele paden kunt bewandelen om bij mooie uitzichtpunten uit te komen.

Uitzicht vanaf Scotts Bluff
Uitzicht vanaf Scotts Bluff

Scotts Bluff is bijzonder interessant, zeker als je je probeert voor te stellen hoe alles daar in het begin van de 19e eeuw uitzag: geen wegen, geen dorpen of stadjes, alleen maar gras en rotsen. Zeker een aanrader.

Vanuit Scotts Bluff National Monument zijn we via Gering naar het stadje Scottsbluff gereden, waar we nog even hebben getankt. Van Scottsbluff was het nog een goed anderhalf uur rijden naar onze overnachtingsplaats, Fort Robinson State Park, even buiten Crawford, Nebraska.

Even na vijven gingen we, na het tanken, weer onderweg voor die laatste anderhalf uur.

Van Scotts Bluff NM naar Fort Robinson State Park

Nadat we een paar minuten onderweg waren begon ik ineens te twijfelen over de inchecktijd bij Fort Robinson State Park. Ik was er tot op dat moment van overtuigd dat inchecken tot 20:00 uur mogelijk was, maar omdat we om 17:00 uur de Park Ranger bij Scotts Bluff National Monument weg zagen rijden, begon ik ineens te twijfelen. Fort Robinson was een State Park, dus waarschijnlijk vertrok daar ook iedereen om 17:00 uur. Met andere woorden: er zou wel eens niemand meer kunnen zijn als we er aankwamen.

Hoe meer ik erover nadacht, des te meer overtuigd ik ervan raakte dat het inchecken vóór 17:00 uur moest plaatsvinden. Anna stelde voor om even te bellen, maar kreeg niemand meer te pakken.

Op dat moment besloot ik om ietsje sneller te gaan rijden. We reden in een 60 mijl per uur zone, maar ik drukte het gas iets verder in, en zette de cruise control op 70 mijl per uur. De wegen waren recht, overzichtelijk, en vrijwel verlaten, dus dat moest kunnen. Hoe langer het duurde, hoe nerveuzer ik werd. Crawford, het dichtstbij gelegen stadje, had namelijk maar zo’n 1100 inwoners, dus de kans dat er veel aan hotelkamers beschikbaar was, was erg klein. En ik wilde eigenlijk toch wel héél erg graag in Fort Robinson overnachten…

Uiteindelijk besloot ik om de snelheid naar 75 mijl per uur te brengen. Er waren inmiddels nog minder auto’s op de weg dan voorheen, dus het zou geen probleem moeten zijn. Sowieso zag je auto’s van een afstand al aankomen, dus je kon anticiperen.

Weg in Nebraska
Weg in Nebraska

Nu ging dat heel lang goed, totdat we in een bochtig, heuvelachtig gebied kwamen. Vlak na een bocht ging de weg een heuvel af, en zodra we de bocht om de heuvel af gingen, kwam ons een Nebraska State Trooper tegemoet. Heel even had ik de hoop dat hij door zou rijden, maar helaas: hij remde af, draaide om, en kwam met volle vaart, sirene en een kermis aan verlichting achter me aan. Sh*t. Heb ik weer. We zijn al laat, en die ene politieagent die in deze helft van Nebraska patrouilleert, komt mij tegen.

De State Trooper was heel vriendelijk. Hij wist ons te vertellen dat we nog maar 11 mijl van Fort Robinson af zaten, en dat – mocht Fort Robinson niet meer open zijn – we in Crawford vast en zeker een hotelkamer konden vinden. Heel even had ik nog de hoop er met een waarschuwing van af te komen, maar helaas: hij zei dat hij zou opschieten, zodat we weer verder konden.

Na een hele tijd wachten – wat waarschijnlijk langer leek dan het in werkelijkheid was – kwam hij terug met mijn bekeuring. Hij zei dat hij me het voordeel van de twijfel gaf omdat ik bergaf ging, en in plaats van de 75 mijl per uur die hij had vastgesteld gaf hij me een bekeuring voor 70 mijl per uur. Een stuk minder ernstig, en vooral ook een stuk goedkoper. Uiteindelijke kosten: $73. Zonde geld, maar het had erger kunnen zijn.

Ik zei nog tegen hem dat dit mijn eerste bekeuring ooit was, waarop hij reageerde met “Wow, are you serious? Then you’ve done a lot better than I have!” Hij wenste ons nog een fijne avond, en een fijne vakantie, en we konden weer vertrekken. Ik heb op dat moment voor de rest van de vakantie wel mijn lesje geleerd, en de cruise control heeft sindsdien maximaal 3 mijl boven de snelheidslimiet gestaan!

Eenmaal aangekomen bij Fort Robinson bleek het kantoor, zoals we al vreesden, gesloten te zijn. Het was bijzonder stil op Fort Robinson, maar het zag er geweldig uit. Ik was zó aan het balen dat we er niet konden overnachten, dat ik besloot de trappen naar het kantoortje op te lopen om te kijken of er wellicht ergens een telefoonnummer hing, om te kijken of we op de een of andere manier toch nogonze kamer konden krijgen. Maar er hing iets beters: een envelope met onze naam erop, met daarin een mededeling dat ze het spijtig vonden dat ze ons hadden gemist, maar dat ze onze kamer voor ons open hadden gelaten, met de sleutel op het bureautje in de kamer.

Ik was zó blij op dat moment! Héél even had ik zoiets van “verdorie, dan had ik ook niet te snel hoeven rijden, en had ik die bekeuring niet gekregen”, maar die gedachte werd al snel overschaduwd door het feit dat we daadwerkelijk in de barakken van het oude fort konden overnachten.

We parkeerden de auto, en gingen naar onze kamer, 205 op de eerste verdieping. De kamer bleek op een hoek te liggen, zoals we al hadden gehoopt (vandaar dat we 205 hadden geboekt), en had een mooi uitzicht over het terrein en alle gebouwen.

Barakken uit 1909 met rechtsboven onze kamer
De barakken uit 1909 met rechtsboven onze kamer

Uitzicht vanuit onze kamer
Het uitzicht vanuit onze kamer in Fort Robinson

Het was een heel eenvoudige kamer, met twee éénpersoonsbedden, maar wel met een eigen badkamer met wastafel, douche, en toilet. Meer hadden we ook niet nodig, en voor $55 per kamer per nacht was het werkelijk geweldig.

Onze kamer in Fort Robinson
Onze kamer in Fort Robinson

Fort Robinson is een voormalig US Army fort, geopend in 1873 als Camp Robinson en in 1879 hernoemd tot Fort Robinson, dat tot 1948 in gebruik is geweest als legerbasis (in 1943 is er zelfs een krijgsgevangenkamp geweest). Hierna is het tot 1971 een ‘beef research station’ geweest van de United States Department of Agriculture. Sinds 1955 is het een State Park, en sinds 1960 is het ook een National Historic Landmark.

Fort Robinson is jarenlang de thuisbasis geweest van het 9e regiment van de cavalerie, beter bekend als ‘Buffalo Soldiers‘, het eerste regiment dat door Congress in het leven werd geroepen dat volledig uit African-Americans bestond – een uniek iets in 1866.

Wat veel mensen niet weten is dat je op Fort Robinson kunt overnachten: je kunt kiezen uit een camp ground, een kamer in een van de barakken, of je kunt volledige huizen huren (zoals de voormalige ‘Nurse’s Station’, een bakstenen huisje met twee slaapkamers, een woonkamer en een keukentje). Zoals gezegd zijn de kamers zeer eenvoudig, maar de sfeer van de lokatie, en de omgeving, maken zeer veel goed.

We besloten om voordat we op zoek gingen naar wat te eten even over het terrein te lopen. Het weer was heerlijk, al begonnen er wat wolken te komen.

Fort Robinson - Officer's Quarters

Fort Robinson By Night
Fort Robinson By Night

Na ons rondje te hebben gelopen zijn we het dorpje Crawford in gereden. Op Google Earth had ik al gezien dat er drie restaurants waren: één aan de grote doorgaande weg (Staab’s Drive-Inn), plus nog twee restaurants aan Main Street in downtown (hoewel zowel ‘Main Street’ en ‘downtown’ veel meer doet vermoeden dan er in werkelijkheid was).

Aangezien beide restaurants in ‘downtown’ dicht bleken te zijn, besloten we om bij Staab’s wat te gaan eten. Het is een klein eettentje, waar je aan een loket bestelt, waarna je je eten in de auto of aan de picknicktafels ter plekke kunt opeten, of je kunt het ‘to go’ krijgen. Het is een beetje een snackbar idee, met op het menu burgers, hotdogs, frieten, uienringen, enz. enz. Wel bijzonder populair, zo bleek in het kwartiertje dat we er waren. We besloten voor een portie uienringen te gaan, en de specialiteit van het huis: de pizzaburger. Aangezien we er ons geen voorstelling bij konden maken vroegen we wat een pizzaburger in godsnaam was. Het bleek een hamburger (het vlees) te zijn, met daarop mozzarella, wat gepaneerd werd, en daarna gefrituurd. Dit werd dan geserveerd op een hamburgerbroodje, met daarop mayonaise, ketchup, mosterd, uitjes, tomaat, en augurk. Een interessante combinatie, en geheel onverwacht ook nog best lekker, al zal ik niet snel midden in de nacht wakker worden en denken “Verdorie, wat heb ik zin in een pizzaburger nu!”

Na deze bijzonder decadente en gezonde maaltijd keerden we weer terug naar de barakken van Fort Robinson. We besloten om nog even te genieten van het mooie weer, door op het balkon/de ‘porch’ bij onze kamer nog even wat te lezen. Na ongeveer een kwartiertje begon het ineens hard te waaien, en daalde de temperatuur drastisch, zo ver dat het plots te koud was om nog buiten te blijven zitten.

We besloten daarom om redelijk vroeg het bed in te duiken, zodat we de volgende ochtend ook weer vroeg konden vertrekken. Er stond namelijk heel wat op het programma, onder andere Toadstool Geologic Park, Mammoth Site Hot Springs, en uiteraard de aankomst in Rapid City.

Maar daarover meer in deel 2!

Buren

“Een goede buur is beter dan een verre vriend”, zo zegt men, en toen wij in ons nieuwe huis trokken was het nog maar even afwachten hoe goed die buren zouden zijn.

Al vrij vroeg leerden we Ryan en Jen kennen, een stel van vooraan in de dertig, dat schuin tegenover ons woont. Hun huis was het vierde huis dat bij ons in de straat werd gebouwd. Ons huis was nog in aanbouw, en hun huis was net begonnen. We konden het gelijk goed met ze vinden, en we hebben destijds een hele tijd staan praten, en door ons in aanbouw zijnde huis gelopen.

Het bleek een kleine wereld te zijn: Ryan bleek de chiropractor te zijn van Anna’s baas, Andy. Anna maakte daar de volgende dag uiteraard dankbaar misbruik van door tegen haar baas te zeggen dat hij beter aardig tegen haar kon zijn, anders zou ze Ryan vragen om Andy eens flink pijn te doen.

Het duurde daarna een hele tijd voordat we de andere buren leerden kennen.

Voordat ons huis helemaal klaar waren, werden we in het sales office van Meritage Homes een keer voorgesteld aan een ander stel van in de dertig. Zij hadden interesse in het huis dat naast ons zou worden gebouwd, maar ze wisten het nog niet zeker.

Een maand of twee, drie nadat wij in ons huis trokken, bleek dat zij toch het huis hadden gekocht. Het duurde een tijd voordat we (nog eens) kennis met elkaar konden maken: pas ten tijde van het spreken over het hek en de achtertuin leerden we elkaar beter kennen.

Aan de andere kant, op de hoek, woonde al een stel, achter in de twintig, misschien vooraan in de dertig, met twee kinderen van een jaar of twee en een jaar of vier. Ze zwaaiden altijd wel een beetje, maar verder dan dat ging het nooit. Totdat – wederom – we over het hek en de tuin kwamen te spreken.

Waar zo’n hek en een tuin niet allemaal goed voor zijn!

Sinds die tijd is het contact steeds leuker geworden, en leren we elkaar steeds beter kennen.

Woensdag ben ik bij allebei de buren langs geweest om af te spreken met welke aannemer we in zee zouden gaan voor de achtertuin, en hoe we dit zouden aanpakken. Van beiden kreeg ik het emailadres, waar ik het emailadres van de Assistant Community Manager naar zou doorsturen, zodat ook zij hun ontwerp voor de achtertuin in zouden kunnen dienen.

Sinds het overleg over het hek weet ik dat op de hoek Andrew en Jennifer wonen, en aan de andere kant naast ons Eric en Magali – het stel wat we in het sales office hadden gezien. Ze zijn allemaal even aardig, even behulpzaam, en iedereen kan het goed met elkaar vinden. Vorige week hebben we nog een hele tijd bij Ryan en Jen voor de deur staan praten met z’n allen, en vandeweek stopten Ryan en Jen met de auto voor onze deur om een praatje te maken toen ik de boom in de voortuin water aan het geven was.

Het helpt natuurlijk enorm dat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten: iedereen is nieuw in de buurt, en dat schept uiteraard een band. Maar goed, je moet het dan nog maar net treffen dat je naast mensen komt te wonen die je leuk vindt.

Eergisteren, donderdag, moest ik even bij Eric en Magali langs, omdat ik blijkbaar hun emailadres verkeerd had. Eric bleek niet thuis te zijn, maar Magali gaf me het correcte adres, waarna we aan de praat raakten over vanalles en nog wat: over de huizen, over de buren, over de buurt, hoe blij we zijn met ons uitzicht en de privacy aan de achterkant, hoe we hier terecht waren gekomen, enzovoorts.

We waren het er over eens dat het tot nu toe allemaal leuke mensen waren die we hadden leren kennen, maar ze zei dat Eric zijn bedenkingen had over een huis een eind verderop in de straat. Hij was altijd een beetje wantrouwend over mensen met het kleinste huis, waar de meeste auto’s voor de deur stonden, en waar de meeste mensen in woonden. Ja, zei Magali, Eric is erg “veiligheidsbewust”. Ik zei “Oh ja?”, waarop ze antwoordde: “Oh ja – je weet wat Eric doet, niet?”. Ik zei dat ik het niet wist, maar hij blijkt dus politieagent te zijn (detective), en is tevens lid van het SWAT team. Nou, dat is goed om te weten, een politieagent naast je. Ik vroeg gelijk of ze wellicht de komende week, als wij op vakantie zijn, een oogje in het zeil zouden kunnen houden, en Magali stelde me gerust: Eric was een perfecte buurman voor dat soort dingen, we konden met een gerust hart vertrekken.

Een paar minuten later ging aan de overkant de voordeur open: Jen kwam naar buiten, stak de straat over, en kwam naar ons toe gelopen. Ze had ons zien staan, en kwam even langs om een praatje te maken. Niet lang daarna kwam Andrew, op de hoek, thuis, en nadat hij de auto in de garage had gezet kwam ook hij aangelopen.

Al snel ging het over de buurt, de huizen, en de buren. Wat bleek: niemand wist eigenlijk iets over de buren op de andere hoek. Iedereen had ze wel eens heel even gezien, ook even gezwaaid, maar verder niet veel. Wij hadden ergens in september 2011 even kennis met haar gemaakt, maar ze was toen heel erg afgeleid want ze hadden die ochtend de sleutel gekregen, en ze was er met haar ouders. Haar man was onderweg, maar die hebben we die dag niet meer gezien. Andrew had een vergelijkbaar verhaal, en allebei meenden we dat haar naam Amanda was, en dat haar man Chris heette, maar dat was het dan ook. Ze komen meestal thuis, de garagepoort gaat open, ze rijden de garage in, en de poort gaat weer dicht. Niemand heeft ooit met ze gepraat, of ze zelfs maar buiten gezien, terwijl ze er toch al van medio oktober wonen. Ach ja, misschien komt dat nog wel komende zomer.

Iedereen was het er namelijk over eens dat we met ons stukje straat een barbecue moesten organiseren, en misschien zelfs wel een vergunning aanvragen om een stuk van de straat af te zetten ervoor. Best een leuk idee!

Vlak daarna kwam Jennifer, Andrew’s vrouw, met de kinderen terug van het park, en ook zij kwam erbij staan. Een minuut of 10 later kwam Eric thuis, en hij keek verwonderd naar al die mensen op zijn oprit. Hij vroeg zich al af of hij soms de memo over een feestje bij hun huis had gemist.

En zo hebben we met z’n allen nog een hele tijd samen staan praten. Ervaringen uitwisselen, elkaar beter leren kennen (wie doet wat en werkt waar, wie komt waar vandaan, enzovoorts), en het was allemaal heel gezellig. Iedereen heeft zo’n beetje dezelfde instelling: heerlijk om leuke buren te hebben waar je het goed mee kunt vinden, die je om hulp kunt vragen indien nodig, waar je af en toe een praatje mee kunt maken, waar je een keer een avond wat bij kunt gaan drinken, een hapje eten, lekker in de tuin rondhangen, zonder dat iedereen bij elkaar de deur plat wil lopen. En dat is precies wat wij altijd wilden hebben, zo’n buurt – leuk dat we dat nu ook hebben!

Vanochtend hebben we met de buren aan beide kanten nog met Sam van Jose’s Landscaping gepraat, en de opdracht voor de aanleg van de achtertuin definitief gemaakt. Alle buren waren het er over eens dat we het gewoon moeten doen. Hij gaf een goede prijs, Eric had goede verhalen over Jose’s gehoord, en aangezien wat wij willen zo eenvoudig is, is er weinig wat ze fout kunnen doen.

Als alles goed gaat krijgen we nu dus binnen twee weken een hek, en binnen drie tot vier weken een achtertuin.

Maar eerst: vakantie! Morgenvroeg vertrekken we voor een weekje naar de Black Hills in South Dakota, om er eens lekker helemaal ertussen uit te zijn. We hebben een hele lijst van dingen die we willen gaan zien en doen, maar het belangrijkste is om lekker te ontspannen. En dat gaat vast lukken.

We hoeven ons over het huis in ieder geval geen zorgen te maken: Eric houdt de boel wel in de gaten!

HOA – Deel 2 (dat rijmt!)

Naar aanleiding van enkele reacties op het stukje over de HOA, de Homeowners Association, bij deze dan wat meer uitleg over deze organisaties die aan de ene kant heel nuttig kunnen zijn, en die aan de andere kant je het leven zuur kunnen maken.

Allereerst de vraag: is een HOA vergelijkbaar met een Vereniging van Eigenaren (VvE)? Ja en nee.

In Nederland zie je een VvE alleen bij apartementencomplexen, omdat bij hoogbouw het lastig is om vast te stellen welk deel van de grond behoort tot welke eenheid in het complex. Vandaar dat er via de VvE alle eigenaren van het complex samen verantwoordelijk worden voor dat complex. Lidmaatschap van de VvE is niet vrijwillig, en dat is hetzelfde bij de HOA.

Een van de verschillen met de VvE is dat de HOA in de VS niet alleen bij apartementencomplexen voorkomen, maar ook bij huizen. Een HOA wordt meestal opgezet al vóórdat een projectontwikkelaar met de bouw van een nieuwe ‘community’ start.

Het begint met het opstellen van de zogenaamde “Covenants, Conditions, and Restrictions (ofwel CC&Rs)”. Net zoals bij een VvE is ook bij een HOA het lidmaatschap niet vrijwillig. Koop je een huis in de community, dan ben je automatisch lid van de HOA, en dien je ook de HOA fees te betalen. Van deze HOA fees wordt over het algemeen zaken zoals het onderhoud van het openbare groen, wegen, electriciteit voor verlichting en dergelijke betaald. Bovendien ga je automatisch akkoord met de CC&Rs.

Dit betekent dat je voor sommige projecten niet alleen een vergunning moet aanvragen bij de gemeente, maar dat je ook goedkeuring moet vragen aan de HOA. Momenteel zijn we bezig met onze achtertuin, en de hekken tussen onze achtertuin en die van de buren. Voor het plaatsen van de hekken moet er bij de City of Thornton een vergunning worden aangevraagd, iets wat het bedrijf dat de hekken komt plaatsen voor je doet. Daarnaast echter moet er ook goedkeuring worden aangevraagd bij de HOA. Dat gaat middels een formulier dat je dient in te vullen, en op moet sturen aan de ARC, de Architectural Review Committee. Pas als je goedkeuring hebt gekregen van de ARC mag je officieel het werk starten.

Gisteren, vrijdag, kwam na een week de goedkeuring voor onze hekken, dus we kunnen nu de hekkenboer laten komen.

We hebben nu samen met de buren ook een aannemer voor het aanleggen van de achtertuin gekozen, en dus moet er nu weer zo’n formulier naar de ARC worden gestuurd met details over het ontwerp.

Hoe extremer het ontwerp, hoe kritischer men ernaar zal kijken. In ons geval (zowel bij onszelf, en bij de buren aan beide kanten) is er echter sprake van een bijzonder simpel ontwerp: een terras van bijna viereneenhalve meter bij viereneenhalve meter, een rand met ‘mulch’ rondom, en voor de rest alles gras – bij lange na niets extreems. We hebben voor de rest nog geen planten en bomen uitgezocht, dus dat zal het ontwerp makkelijk maken.

Het probleem komt wellicht naderhand: officieel moet je vooraf goedkeuring vragen voor het plaatsen van struiken en bomen. Voor bomen kan ik me dat nog enigszins voorstellen. Zo zou ik, hoewel ze prachtig zijn, liever geen aspen bij mijn buren in de tuin vlakbij het hek hebben staan. Het wortelstelsel van de aspen groeit ondergronds enorm, en scheuten kunnen vele meters van de bomen zelf uit de grond naar boven komen – en dus ook midden in je gazon. Ian, mijn voormalige manager, heeft meer dan 400 scheuten moeten verwijderen uit zijn achtertuin toen hij zijn nieuwe huis kocht, en de aspen waar deze scheuten vandaan komen staan bij zijn buren in de tuin.

Ook wil je niet dat er enorme hoge hagen worden geplaatst door je buren, dus voor dat soort dingen is het prima dat er eerst goedkeuring moet worden gevraagd. Daarnaast is het ook wel prima dat er goedkeuring moet worden gevraagd bij tuinen die in plaats van een ‘privacy fence’ van 1.80 meter hoog een ’split rail fence’ hebben.
Voorbeeld van een split rail fence
Voorbeeld van een ’split rail fence’

Bij een split rail fence kun je gewoon de achtertuin in kijken, en alles zien wat daar staat. Bij een privacy fence is dat niet het geval.
Voorbeeld van een privacy fence
Voorbeeld van een ‘privacy fence’

In onze community zijn het de huizen aan de buitenrand die split rail fences hebben, en ik kan me wel voorstellen dat je als HOA een bepaalde mate van controle wilt houden op wat men in die achtertuinen plaatst en plant, want het bepaalt toch enigszins het gezicht van je community. In ons geval, echter, is niets in de achtertuin zichtbaar, niet van de voorkant, niet van de achterkant. Mogelijk wel vanuit de huizen van de buren, maar ach, da’s dan jammer – voor de buren.

Ik ga er dan ook van uit dat de HOA, of liever de ARC, niet bijzonder streng zal zijn over onze plantkeuze. Immers, het zal denk niemand veel uitmaken of we een azalea of een rododendron plaatsen, en waar we die plaatsen. Wat het plaatsen van bomen betreft kan ik me verder nog indenken dat ze willen voorkomen dat deze bomen worden geplant in een lokatie waar ondergrondse kabels lopen.

Wat als je je nu niets aantrekt van al die HOA regels? Veel, zoniet alle HOA’s hebben het recht om jou als bewoner boetes op te leggen voor het niet naleven van de regels. Je zult uiteraard eerst waarschuwingen krijgen, en een kans om datgene waarmee je de regels overtreedt te corrigeren, maar als je dat niet doet zul je een boete krijgen. Volg je die orders tot wijziging niet op, dan kan de HOA een civiele rechtszaak tegen je aanspannen om je zo te dwingen om de regels te volgen.

De HOA kan bepaalde taken uitvoeren die normaal door de lokale overheid zouden worden gedaan. Een HOA is echter niet per se gebonden aan de grondwettelijke beperkingen waar een lokale overheid zich aan moet houden, en kan derhalve op sommige gebieden iets verder gaan dan een overheid zou kunnen gaan. Denk aan het eisen dat de kleuren van de huizen “gematigd” moeten zijn – geen knalgeel, of pimpelpaars, of tomatenrood. Zo’n eis zou een overheid nooit mogen stellen.

Er zit ergens dus wel iets kroms aan de strengheid van de HOA, omdat het jou als huiseigenaar op sommige gebieden beperkt in je vrijheid. Als ik mijn huis neongroen zou willen verven, dan mag ik dat niet. Aan de andere kant beschermt het jou als huiseigenaar ook, omdat jouw buren hun huis niet neongroen mogen verven.

Een interessant stukje over HOA’s en tuinen betreft ‘xeriscaping‘: een tuin aangelegd dat erop gericht is om waterverbruik te verminderen, bijvoorbeeld door het gebruik van planten die regionaal voorkomen en het droge klimaat kunnen weerstaan.

In Florida bestaat er wetgeving die deze vorm van tuinaanleg verbiedt. Een soortgelijke wet is ook hier in Colorado voorgesteld, maar toenmalig gouverneur Bill Owens heeft in 2005 zijn veto uitgesproken waardoor deze wet er nooit doorheen is gekomen. Er zijn nog steeds groeperingen actief bezig om wetten te verkrijgen die het gebruik van ‘xeriscaping’ beschermen, en HOA’s aanpakken die vereisen dat er een (groot) percentage – zeer dorstig – gras wordt aangelegd in elke tuin.

Ach ja, zoals al eerder geconcludeerd kan een HOA heel erg nuttig zijn, maar kan ook heel erg vervelend zijn als ze te ver doorschieten met strenge, onzinnige regeltjes en de pietleuterige naleving ervan. We zullen de komende jaren wel zien hoe deze HOA is, en als het heel erg is kan ik altijd nog proberen lid te worden van de HOA Board. Ik heb al van meerdere mensen gehoord dat dit misschien wel wat voor me zou kunnen zijn, dus wie weet…

Voorlopig wacht ik rustig even af, en ga ik me voorbereiden op mijn achtertuin – en uitzoeken hoe ver we moeten gaan met het vragen van goedkeuring voor bijvoorbeeld het planten van een tulpenbol…

Whoa HOA!

Zoals veel ‘communities’ in Amerika heeft ook onze ‘community’, North Creek Farms, een HOA – een Homeowners Association.

De HOA stelt regels op waaraan elke huiseigenaar binnen de ‘community’ die de HOA reguleert zich dient te houden, en kan ook boetes opleggen voor het niet naleven van de regels, als de door de HOA geëiste correcties niet tijdig plaatsvinden.

Voor veel dingen die je aan je huis en tuin zou willen veranderen of toevoegen, zul je vooraf toestemming moeten vragen aan de HOA. Denk aan dingen als hekken, hot tubs, schuurtjes, maar ook aan dingen zoals je huis in een andere kleur verven.

HOA’s zijn het mikpunt van heel veel spot in de VS, en er zijn heel veel voorbeelden te vinden van HOA’s die erg ver gaan met het reguleren van wat wel en niet mag. Er zijn ook allerlei horrorverhalen rondom HOA’s; kijk maar eens hier voor een paar extreme voorbeelden.

Het voordeel van een HOA is dat er geen extremen zullen komen qua kleuren waarin een huis wordt geschilderd, enorme hoeveelheden hoge bomen die in een achtertuin worden geplaatst en de lichtinval bij de buren wegneemt, en er dus in het algemeen voor zorgt dat er geen uitwassen komen. Deels is het dus een beetje een soort van welstandscommissie.

Naast toestemming van de HOA zul je in veel steden/gemeenten ook een vergunning moeten aanvragen voor de aanleg van bepaalde dingen, zoals de eerder genoemde hot tub, maar ook voor hekken, sprinkler installaties voor de irrigatie van je tuin, enzovoorts.

Bij onze HOA dien je vooraf toestemming te vragen voor hekken, hot tubs, sprinkler installaties, maar er zijn ook strengere regels. Zo mag je niet het type van je huisnummers veranderen; deze moeten van één bepaald type zijn (oftewel het type dat er nu op zit). Ook mag je niet de buitenverlichting veranderen in een lamp van je keuze, maar het moet het type zijn wat er nu op zit.

Je mag echter ook niet in het wilde weg bomen, hagen, en struiken planten; op zich niet zo erg, want het betekent dat onze buren niet ineens een heel bos kunnen planten wat bij ons over of onder de schutting komt, en lichtinval wegneemt.

Kortom, er zitten nadelen aan een HOA, maar het kan ook voordelen hebben. Een goede HOA zal niet overreguleren, maar zal de HOA regels hanteren als een stok om mee te kunnen slaan mocht het nodig zijn in geval van excessen.

Eén van de dingen die onze HOA blijkbaar voorschrijft, is dat je binnen 90 dagen na de sleuteloverdracht een ontwerp voor de achtertuin moet indienen. Na goedkeuring door de HOA heb je vervolgens 120 dagen de tijd om dit ontwerp aan te laten leggen. Wij waren er echter van overtuigd dat dit binnen één jaar tijd diende te gebeuren – en onze buren dachten precies hetzelfde, zo hoorden we afgelopen zaterdag.

We hadden het met hen over de offertes voor het hek toen zij vroegen of wij ook de brief van de HOA hadden gekregen dat we nog geen ontwerp hadden ingediend. En niet alleen zij, maar ook de buren aan de andere kant hadden diezelfde indruk van één jaar tijd.

Nu hebben we met z’n allen 30 dagen de tijd om een ontwerp ter goedkeuring in te dienen, en na de goedkeuring hebben we weer de 120 dagen om alles aan te (laten) leggen.

Nu hadden we eerst het idee om veel zelf te doen, maar met de ‘grading’ (de hellingsgraden voor de afwatering) van de tuin is het allemaal niet zo eenvoudig. Een terras aanleggen op een (redelijk) vlak stuk is niet zo moeilijk, maar in onze tuin is er op 4,5 meter een hoogteverschil van bijna 20 centimeter – en dan wordt het een ander verhaal. Je moet dan iets aanleggen dat het terras op zijn plek houdt, en dat is dan weer minder eenvoudig. Het is zeker te doen, maar het is wel behoorlijk arbeidsintensief, en je moet het ook goed doen wil je voorkomen dat je terras heel langzaam verder de tuin in schuift.

We hadden al her en der voor terrastegels en alternatieven gekeken, maar alles wat we vonden – en wat ons aansprak – was toch redelijk aan de prijs: rond de $1000 à $1400 alleen voor de terrastegels. Daarmee heb je dus voor de rest nog niets: nog geen zand, nog geen gravel, nog geen materiaal om het opstaande randje te maken om het terras op zijn plek te houden.

Ik had het er afgelopen weekend nog met mijn ouders over, dat voor gras, sprinklers, borders en terras ik verwachtte zo rond de $3000 klaar te zijn. Echter, als iemand me een offerte zou maken om alles voor $3500 te doen, dan zou ik het maar wat graag laten doen. Maar ja, waar haal je zo iemand vandaan?

Nou, bij de buren, zo blijkt. We zijn vanavond met de buren aan de andere kant gaan praten over het hek omdat we een supergoede prijs hebben gekregen ($14.75 per “linear foot”, terwijl prijzen normaal tussen de $16 en $18 of meer per “linear foot” liggen). Gelukkig doen zij ook mee, en kunnen we nu ons hek gaan laten aanleggen – uiteraard na goedkeuring door de HOA.’

Terwijl we bij de buren waren kwam er iemand van “José’s Landscaping” bij hen om een offerte voor de achtertuin uit te brengen. We hadden die auto ook al bij de buren aan de andere kant zien staan eerder op de avond. Hij bracht voor de buren een offerte uit, en we vroegen hem of hij dat voor ons ook zou kunnen doen.

Hij kwam met een offerte voor het gras, de borders (met ‘mulch‘), en het terras (compleet met afwatering, verankering en het overbruggen van het hoogteverschil) met een offerte voor $3900. Het terras in die offerte wordt dan aangelegd met zogenaamde ‘Colorado Red Flagstone’:
Colorado Red Flagstone

Misschien niet helemaal wat we willen, maar aan de andere kant is het ook absoluut niet lelijk, en ook wel leuk dat het ‘Colorado Red Flagstone’ is. Bovendien: als we erop uitgekeken raken, kunnen we het altijd vervangen, aangezien er een goede basis ligt.

Onze buurvrouw zei toen ineens: “Wat als we allebei besluiten om jou in te huren voor de achtertuin, krijgen we dan korting?”. José lachtte eerst een beetje, maar zij bleef maar vragen, en uiteindelijk gaf hij toe en zei dat als we allebei erin meegingen, dan zou hij korting kunnen geven – en zo ging onze offerte ineens van $3900 naar $3500. En wat was het ook alweer dat ik tegen mijn ouders had gezegd? Als iemand het voor $3500 zou kunnen doen…?

Ik vroeg daarop of hij ook een offerte had uitgebracht bij de buren aan de andere kant, en hij bevestigde dat. Onze buurvrouw vroeg daarop meteen of hij ons nog meer korting kon geven als we de buren aan de andere kant ook konden overtuigen mee te doen. Na een beetje aandringen kwam er nog meer korting uit: als we alle drie de tuinen door hem zouden laten doen, ging er voor iedereen nog eens $200 af. Dat zou mooi zijn, want dan zou het ons maar $3300 kosten. En daar ga ik dus echt niet zelf voor liggen rommelen: het wordt nu professioneel aangelegd, met materiaal op schaal ingekocht, en je hebt een bedrijf om op terug te vallen mocht je terras de tuin in gaan glijden. Dat zou dus mooi uitkomen!

Morgen gaan we ook nog even met de buren aan de overkant praten, want wie weet willen zij ook wel meedoen met de deal, en krijgen we met z’n allen nóg meer korting. Het zou voor José erg handig zijn, want hij kan alles in één keer doen. Voor ons en onze buren is het ook handig, want we kunnen dan allemaal samen goedkeuring aanvragen bij de HOA: alles gebeurt door hetzelfde bedrijf, en blijkbaar hadden we allemaal in grote lijnen hetzelfde idee – keuren ze één goed, dan moeten ze de rest ook goedkeuren. Bovendien zitten we allemaal achter een hek van 1,80 meter, dus het zou allemaal niet zo moeilijk moeten zijn.

Hoe dan ook, het lijkt er in ieder geval op dat we onze door de HOA gestelde tijd voor het indienen van een plan makkelijk zullen redden, en ook de aanleg zou geen probleem zijn, aldus José: doordat alles bij elkaar ligt, zouden alle tuinen binnen vijf dagen af kunnen zijn. Dat zou erg mooi zijn, nu het voorjaar er is!

Vrijdag komt er bij de buren nog een bedrijf langs, maar het vermoeden is dat zij een stuk duurder zijn. Omdat we allemaal voor het begin iets heel eenvoudigs willen om zo de HOA tevreden te stellen, hoeft het ook allemaal niet zo apart en duur te zijn: de basis is voldoende. We kunnen dan planten, struiken en bomen beetje bij beetje toevoegen.

We wachten dus nog even een offerte of twee af, maar het lijkt erop dat José wel eens een deal zou kunnen krijgen waarbij hij in ieder geval twee tuinen kan doen, misschien drie, en misschien zelfs vier.

Een aantal dingen zijn in ieder geval zeker: we hebben ontzettend leuke buren aan weerszijden (en aan de overkant), en we krijgen binnenkort een tuin!

De eerste week

Zo, de eerste week als ‘Manager of Implementations’ ‘heb ik inmiddels achter me – en wat een week… druk druk druk!

Woensdagmiddag had ik er al meer dan 30 uur opzitten, maar hier komt het leuke: het had niets te maken met mijn nieuwe functie.

Ian, mijn vorige manager, was al enkele weken bezig met een project voor een van onze grootste klanten. Het was de bedoeling dat hij dit nog vóór zijn vertrek zou afronden, maar het project was dusdanig gegroeid dat hij er niet meer aan toe was gekomen.

Het gevolg was dat ik op maandagochtend dus dat project over moest nemen, zonder 100% zeker te weten wat de status was, en wat er allemaal nog moest gebeuren. Omdat het een van onze grootste klanten betrof, betekende dit ook dat ik de rest van mijn werk een lagere prioriteit moest toewijzen – zowel mijn bestaande projecten, als het werk in mijn nieuwr functie.

Aan de telefoon vroeg de klant maandagochtend al of ik de hele dag beschikbaar zou zijn voor hun issue. Nou, ehm, nu wel, ja, denk ik… Ik had er niet op gerekend, maar het moest dan maar. Helaas bleef het echter niet alleen bij maandag, maar gingen ook mijn volledige dinsdag en woensdag helemaal naar deze ene klant. Alles voor mijn nieuwe rol werd dus noodgedwongen op een laag pitje gezet.

Maar goed, voor je grote klanten moet je iets over hebben, nietwaar, ook al hebben zij zelf de situatie veroorzaakt. En dus werden het een paar lange dagen, maar wel dagen die de moeite waard waren, want de klant was oh zo tevreden toen donderdagochtend alles tot een goed einde kon worden gebracht.

Dit betekende dat ik donderdagmiddag en vrijdag eindelijk eens een beetje tijd had voor mijn nieuwe functie. Er zijn heel wat dingen die ik nog moet uitzoeken, waar ik nog achter moet komen, en er moet nog heel wat worden geregeld om alles aan me over te dragen, maar ach, dat komt allemaal wel. Ik merk wel langzaam maar zeker dat mijn management trainingen en ‘people management’ trainingen langzaam maar zeker weer boven komen drijven.

Het enige probleem tot nu toe is dat ik nog steeds twee banen moet combineren, en dat ik dit de komende tijd ook nog wel even zal moeten blijven doen. De nieuwe projecten blijven maar binnen stromen, en ik kan Troy (mijn enige teamlid tot nu toe) uiteraard niet alles toewijzen – niet alleen zou de arme kerel die hoeveelheid werk niet aankunnen, maar hij heeft ook nog niet alle benodigde kennis in huis om alle projecten te kunnen oppakken.

En dus blijf ik naast mijn nieuwe functie ook nog mijn oude functie uitvoeren. Heel binnenkort zal ik moeten beginnen met sollicitatiegesprekken om de vacature in te vullen, en dat zal nog wel een uitdaging worden omdat we maar moeilijk mensen kunnen vinden die de juist combinatie van kennis, vaardigheden, ervaring en persoonlijkheid hebben om in ons team te kunnen passen. Ach ja, ik hoef me in ieder geval niet te vervelen!

Dan nog maar even een korte update rondom het huis. Of liever gezegd: de achtertuin.

Al een tijdje zijn we bezig om een bedrijf te vinden dat de hekken tussen ons huis en dat van de buren aan beide zijden kan plaatsen. De buurman had een hele tijd geleden al een offerte van $3000 gekregen, maar dat was toch wel wat veel van het goede.

We zijn een aantal weken terug naar de Colorado Garden and Home Show geweest, maar helaas vonden we daar geen enkel bedrijf dat gespecialiseerd was in het plaatsen van hekken. Gelukkig hadden we gedurende de afgelopen paar maanden enkele folders gekregen van verschillende bedrijven, en dus hebben we die maar eens een email gestuurd.

Uiteindelijk kregen we van drie van de vier een offerte. Het vierde bedrijf valt daarmee al automatisch af, ook al zouden ze nu, na anderhalve week, nog met een goede prijs komen.

Eén van de bedrijven kwam met een bedrag van $2500, en dat is wel erg aan de hoge kant. De andere twee bedrijven lagen niet al te ver uit elkaar: respectievelijk $1829 en $1798. Niet veel verschil, dus, maar het bedrijf dat $1829 vraagt geeft wel 18 maanden garantie tegen de 12 maanden van de goedkopere concurrent.

Persoonlijk gaat mijn voorkeur uit naar het “duurdere” bedrijf, en niet alleen vanwege de 6 maanden extra garantie. Ze waren veel sneller in hun reacties, stuurden een erg gedetailleerde offerte, en hebben ook al opgevolgd met een email. Van het “goedkopere” bedrijf heb ik na de offerte niets meer gehoord.

Maar ja, het is niet alleen aan mij om te beslissen, omdat de buren elk de helft van het hek betalen. Deze week moet ik dus met beide buren gaan praten, en kijken voor welk bedrijf zij de voorkeur hebben.

En wie weet hebben we dan heel binnenkort een hek – het begin van de achtertuin! Ook zijn we her en der al eens gaan kijken voor een ‘deck’ of een terras, en we zijn al snel tot de conclusie gekomen dat het waarschijnlijk wel een terras zal worden – een ‘deck’ kan toch wel prijzig worden, en daar hebben we nu even geen budget voor. Een terras kan ik eventueel nog zelf leggen, dus dat zal de kosten behoorlijk kunnen drukken.

Ach we zullen zien: eerst het hek, en daarna zien we wel verder!

Het nieuws

In mijn vorige blog gaf ik al aan dat ik nieuws had wat ik op dat moment nog niet mocht delen, maar de verwachting was dat het op maandag bekend zou worden gemaakt. Helaas gebeurde dat echter niet – tot vanochtend.

Wat is nou het nieuws? Het begon afgelopen donderdag.

Ik kreeg via onze interne ‘instant messenger’ een berichtje van Bill, onze Vice President Service Delivery and Implementations, of ik even in een vergaderruimte kon gaan, en hem met mijn mobiele op zijn mobiele telefoon wilde bellen.

Onmiddellijk dacht ik dat er wellicht nieuws was over mijn salarisverhoging waarvan ik wist dat deze aangevraagd was, dus ik was heel benieuwd naar wat Bill had te vertellen.

Hij begon een beetje angstaanjagend: hij had slecht nieuws, want er kwam een organisatiewijziging. Ik dacht meteen het ergste, hoewel ik niet echt voor mijn baan vreesde. Wat Bill echter daarna zei, verraste me enorm: Ian (mijn manager) had zijn ontslag ingediend, omdat hij een baan had aangenomen bij een ander bedrijf. Hij ging voor Chad werken, de Vice President die enkele maanden terug was vertrokken.

Maar goed, met het vertrek van Ian kwam de functie van Manager of Implementations vrij, en Bill wilde die functie heel graag aan mij aanbieden. Ik had mezelf meer dan genoeg bewezen, en hij had er het volste vertrouwen in dat ik samen met hem het team verder zou kunnen uitbouwen en verbeteren op de basis die Ian had gelegd. Hij was heel benieuwd naar mijn ideeën, en een frisse kijk op de verschillende uitdagingen die we momenteel hebben.

Ik was echt even met stomheid geslagen, en wist echt niet wat ik moet zeggen. Dit was wel het laatste wat ik had verwacht. Het is ontzettend jammer dat Ian weggaat, en ik zal hem en zijn kennis zeker gaan missen, maar tegelijkertijd bood mij dit wel een enorme kans.

Oh ja, zei Bill, er zat uiteraard ook een hoger salaris aan vast: maar liefst 25% hoger dan mijn huidige salaris, zo bleek. Wow! Dat was pas een salarisverhoging, veel meer dan ik had verwacht…

Hoewel het idee me ergens wel met angst en beven vervult, kon ik hier uiteraard geen nee tegen zeggen: het is een geweldige mogelijkheid om mezelf nog meer te bewijzen, en de ideeën die ik heb tot uitvoer te kunnen brengen. Ik hoefde er dan ook niet lang over na te denken en heb Bill’s aanbod aanvaard.

Bill was erg blij om het te horen. Hij vertelde me dat zodra Ian zijn ontslag had ingediend hij direct mij wilde hebben als Ian’s opvolger. Het plan moest nog door Bill’s baas, de Division Vice President en General Manager worden goedgekeurd, hetgeen geen enkel probleem was. Nadat zij akkoord was gegaan, moest het echter ook nog worden goedgekeurd door háár baas, en ook hij was zonder problemen ermee akkoord gegaan. Het was pas woensdagavond toen Bill zich blijkbaar ineens realiseerde dat hij geen Plan B had: wat als ik nee zou zeggen? Hij was dan ook opgelucht dat ik ja had gezegd.

Ik moest het nog even voor me houden, want het zou pas later bekend worden gemaakt, waarschijnlijk op maandag. Mijn ouders en Anna’s familie hebben we het meteen verteld, maar voor de rest kon ik het nog met niemand delen: niet op mijn blog, niet op facebook, niet op het AllesAmerika-forum – vandaar mijn opmerking over het nieuws wat ik had maar nog niet kon delen.

Vanmorgen was het echter zover: de officiële bekendmaking werd uitgestuurd:

Today I am announcing the resignation of Ian who has decided to pursue other opportunities outside of our company. Ian has been instrumental in streamlining our customer implementations and improving our documentation for our services so that we are able to provide better support to our customers. Please join me in wishing Ian good luck in his new endeavors.

As a result of Ian’s departure the following changes are being made:
Dennis is being promoted to Manager of Implementations. Dennis has played a huge role on our implementations team and has done a great job implementing our customers on various solutions. With Dennis’ attention to detail and customer focus I look forward to what Dennis will bring to the group in his new role.

Please join me in congratulating Dennis on his new role as Manager of Implementations.

Please let me know if you have any questions.

Thanks

Bill

Het is een enorme uitdaging waar ik aan de ene kant heel nerveus voor ben, maar aan de andere kant ook heel blij voor ben en heel veel zin in heb. Ik heb heel veel aan Ian te danken; hij heeft altijd vertrouwen in me gehad, en zeker het afgelopen jaar heeft hij veel van zijn beslissingen met me gedeeld en vantevoren met me overlegd, en hij heeft mijn mening altijd gerespecteerd en in overweging genomen. Hij is echt een goed voorbeeld geweest, en ik ben hem ook dankbaar dat hij ons team heeft gebracht tot waar het nu is.

Hopelijk komen de ervaringen uit de managementcursussen en de people managementcursussen die ik jaren geleden heb gevolgd snel weer boven drijven, en kan ik het minstens even goed doen als Ian, en kan ik mijn ideeën ten uitvoer brengen.

Het zal in ieder geval de komende periode ontzettend druk worden. Niet alleen zal ik alles voor mijn nieuwe functie moeten leren en de functie uitoefenen, ik heb ook nog mijn eigen projecten die ik af zal moeten maken (inclusief drie projecten waarvoor ik voor elk zo’n vier tot vijf dagen op reis zal moeten), ik zal Troy (die we drie maanden geleden hebben aangenomen) moeten blijven trainen, en daarnaast zal ik een nieuw teamlid moeten aannemen (waarvoor ik de sollicitatiegesprekken zal moeten doen) en deze persoon ook moeten trainen. Ik zal me dus zeker niet gaan vervelen.

Hoe dan ook: het is nu dus officieel – per maandag a.s. zal ik de nieuwe manager zijn van mijn huidige team!

Geen nieuws. Of toch…?

Op de een of andere manier kan ik maar moeilijk mijn belofte houden om regelmatiger te schrijven. Het heeft niets met luiheid te maken (hoewel dat iets is dat mij niet onbekend is), maar het heeft meer te maken met het feit dat er momenteel zo weinig gebeurt dat het beschrijven waard is.

Eens kijken, wat is er zoal gebeurd de afgelopen twaalf dagen? Hmmm…

De lange ijspegels buiten het badkamerraam zijn uiteindelijk zo’n goede 75 centimeter lang geworden, voordat ze aan de dakrand zodanig waren gesmolten dat ze afbraken.

En tja, dat is eigenlijk zo’n beetje het meest spraakmakende wat er in ons leventje is gebeurd gedurende de afgelopen twee weken.

Anna heeft gelukkig weer een beetje meer lol in haar werk nu ze het een en ander eens goed heeft kunnen bespreken. Men had haar gevraagd of ze eventueel interesse had voor een functie in een andere winkel, maar daar heeft ze nee op gezegd. Het zou nauwelijks meer betalen, maar zou wel betekenen dat ze drie kwartier enkele reis zou hebben (en dat is dan nog zonder verkeersdrukte). Met andere woorden, het is het gewoon niet waard. Ik ben in ieder geval blij dat ze zich weer een stuk beter voelt.

En verder? Verder is er eigenlijk niets bijzonders te melden.

Of toch?

Jawel, er is wel degelijk nog iets te melden, maar ik kan daar helaas nu nog niets over zeggen. Meer duidelijkheid zal waarschijnlijk maandag volgen (en nee, “we” zijn niet zwanger, voor het geval je dat zou denken).

Dus:

Wordt vervolgd…

60 cm? Mwoah…

Met de storm van de afgelopen dagen zou ongeveer 60 centimeter sneeuw naar beneden komen. Hebben we dat gehaald?

Wel, dat hangt ervan af waar je keek. In het midden van onze oprit waren er plekken waar de 60 centimeter wel was gehaald, terwijl op andere plekken niet meer dan een centimeter of 20 lag. Al met al hebben we denk ik gemiddeld een centimeter of 30 tot 35 gehaald. Nog steeds een behoorlijke hoeveelheid sneeuw, maar zeker niet de voorspelde 60 centimeter.

Vrijdag, zo rond een uur of half twaalf, stopte de sneeuw even, en kwam zelfs de zon nog tevoorschijn. Ik heb van de gelegenheid gebruik gemaakt om “even” sneeuw te gaan ruimen. Op die manier kon de zon nog een beetje meehelpen.

De sneeuw was ontzettend zwaar; er waren stukken bij die met onze sneeuwschep niet in één keer weg waren te krijgen, en in drie lagen weggeschept moesten worden.

Dat “even” sneeuwruimen bleek uiteindelijk anderhalf uur te duren, en aan het eind voelde ik mijn rug niet meer – wat eigenlijk een vreemde uitdrukking is, aangezien ik alleen maar mijn rug voelde. Gelukkig scheen de zon nog steeds, waardoor de restjes sneeuw snel smolten, de stoep mooi opwarmden.

En dat was maar goed ook, want nog geen uur later begon het weer te sneeuwen, en het bleef sneeuwen – de hele nacht door. Gistermorgen lag er alweer een centimeter of tien, en ik zag het al helemaal voor me dat ik wéér sneeuw moest gaan ruimen met mijn pijnlijke rug.

Gelukkig bleek het niet nodig: rond een uur of twaalf hield de sneeuw ermee op, en kwam de zon weer uit – en binnen een paar uurtjes was de sneeuw op de stoep alweer gesmolten, en was ook een groot deel van de oprit alweer sneeuwvrij – genoeg althans om de garage in te kunnen rijden.

Vanochtend heb ik een paar foto’s gemaakt. Gisteren heeft de zon de hele dag geschenen, en met een temperatuur van slechts een halve graad onder nul betekent dit dat er al héél veel is gesmolten. De zon is hier een stuk krachtiger, op deze hoogte, en met deze ijle lucht, dus sneeuw blijft met zulke temperaturen niet lang liggen. Desondanks lag er nog genoeg.

Deze eerste twee foto’s zijn genomen ongeveer halverwege de sneeuwstorm, of vlak erna:

'Snow drift' tegen het huis van de buren
‘Snow drifts’ tegen het huis van de buren

'Snow drifts' op het huis van de buren
‘Snow drifts’ op het huis van de buren

Zelfs sneeuw op de porch
Zelfs sneeuw op de porch

Overhangende sneeuw
De sneeuw begon van het dak te glijden, waarna de onderlaag weer is bevroren, met als gevolg deze uitstekende berg sneeuw

De foto’s hieronder zijn vanochtend gemaakt.
Ons huis

Ons huis en dat van de buren

Pad naar de porch
Let op de bergen sneeuw naast onze oprit en die van de buren – gisteren waren deze bergen zo’n 65 tot 75 cm hoog.

IJspegels bij het badkamerraam
IJspegels boven het badkamerraam

Overhangende sneeuw en ijspegels aan de zuidkant van het huis
IJspegels en overhangende sneeuw aan de zuidkant van het huis

'Snow drift' op huis aan de overkant
Deze ’snow drift’ op een huis aan de overkant van de straat was gisteren stukken groter, waarbij de bovenkant vrijwel horizontaal was, en ongeveer anderhalve meter hoog. Vanochtend was het al een behoorlijk stuk gekrompen.

Al met al viel het nog wel mee met de hoeveelheid sneeuw; er ligt wel behoorlijk wat sneeuw, maar ook weer niet zó extreem veel. Wel is er een 103 jaar oud record gebroken – niet vanwege de totale hoeveelheid sneeuw die er nu ligt, maar vanwege het feit dat dit de meeste sneeuwval tijdens één enkele storm in februari is geweest sinds 1909.

Ach ja, het maakt ook niet zoveel uit. Het ziet er in ieder geval altijd weer erg mooi uit na een sneeuwstorm!
Besneeuwde velden en bergen