Nieuw Huis – Update

Het is een tijdje still geweest rondom het nieuwe huis, tijd dus voor een update.

Al een aantal weken zijn we aan het wachten totdat men met de bouw zou beginnen.

Het originele plan was dat er begin juli zou worden begonnen, en dat werd op een bepaald moment bijgesteld naar eind juni aangezien alles zo voorspoedig verliep.

Een paar weken terug kregen we al te horen dat alle vergunningen waren aangevraagd en ook waren verleend, dus dat was goed nieuws.

Wel moest er nog worden gewacht op de aanleg van de stoepen en de weg, want zonder die weg (en daarmee ook brandkranen etc.) mocht er volgens de brandreguleringen niet worden begonnen met bouwen. Stel dat er iets mis zou gaan dan zouden er niet voldoende voorzieningen dichtbij genoeg liggen om snel te kunnen blussen.

Het was dus hopen dat het asfalt er snel zou komen, want hoe eerder het asfalt er kwam te liggen, hoe eerder men met het uitgraven voor het huis zou kunnen beginnen – en daarmee zouden wij dan de hypotheekrente vast kunnen leggen.

En toen kwam het slechte weer… de ene na de andere storm trok over Denver en Thornton, waarbij er een enorme hoeveelheid regen is gevallen, met als gevolg dat op een bepaald moment het stuk grond waar de weg moest komen onder 30 centimeter water stond.

Helaas betekende dit dat men moest wachten totdat alles weer voldoende was opgedroogd voordat er kon worden begonnen met asfalteren. Door deze vertraging leek het erop dat men toch weer terug was bij het aanvankelijk verwachte schema met een aanvang van de bouw begin juli.

Jammer, want oorspronkelijk was het de bedoeling om de sleuteloverdracht te plannen op 28 oktober 2011 – precies drie jaar na onze verhuisdatum. Was men eind juni begonnen met de bouw dan zou dit misschien haalbaar zijn geweest, maar nu met de vertraging zal dit er niet meer in zitten.

Vorige week kregen we een mailtje van Sue (van Meritage Homes) dat de verwachting was dat het deze week voldoende zou zijn opgedroogd om met de aanleg van de stoepen en de weg te kunnen beginnen.

Helaas begon het afgelopen weekend weer enorm te stormen en te regenen, en we waren dus bang dat dit weer tot vertraging zou leiden. We waren dus eens erg benieuwd.

Even vooruitspoelen tot eerder vanmiddag.

Ik check mijn privé-email en zie dat ik een mailtje heb van Sue. Ik open de mail, en tegelijkertijd krijg ik een sms van Anna.

De email van Sue begon met:

“GOOD NEWS…..there is curb and gutter in front of your home site!!!!”

En dit was de sms van Anna: “We have sidewalks!”, vergezeld van deze foto:

Stoep

Erg toevallig dus!

Volgens Sue moet ergens volgende week de weg volledig klaar zijn zodat er – eindelijk! – met de bouw kan worden begonnen. En zodra er een gat in de grond zit kunnen we – ook eindelijk! – de hypotheekrente vastleggen, wat niet snel genoeg kan gebeuren nu deze nog steeds zo superlaag staat.

Tijdens de afgelopen twee weken hebben we ook nog een kleine aanpassing verzocht in de keuken. Oorspronkelijk hadden we het idee opgevat om twee hanglampjes boven het keukeneiland te hangen. Dit vereiste dan twee “pre-wires” zodat we de twee aansluitingen voor de lampjes hadden.

Zodra we zagen dat er in de keuken al drie ingebouwde lampen zitten besloten we dat dit eigenlijk wel genoeg licht zou zijn, en hebben uiteindelijk de “pre-wires” niet gekozen.

Hoe meer we echter naar verschillende huizen op TV keken – met name HGTV Home & Garden Television) – hoe meer we spijt hadden dat we die twee “pre-wires” niet toch hadden laten aanbrengen. Het was immers maar $180 meer, en als je achteraf iemand daarvoor moet laten komen ben je meer dan dat ervoor kwijt. Helaas was alles al definitief gemaakt qua papierwerk, en waren de vergunningen aangevraagd en verleend, en dachten we dat het waarschijnlijk te laat was.

Uiteindelijk zei Anna, “weet je wat, ik ga gewoon langs na mijn werk en vraag het gewoon”. Zo gezegd, zo gedaan. Sue was er niet dus heeft ze het aan Tim gevraagd.

Het antwoord: normaal gesproken zou het nu te laat zijn, omdat alles al definitief is gemaakt, maar aangezien er nog helemaal niets was gedaan met het huis was er wellicht nog een klein kansje dat het toch nog kon. We moesten maar een mailtje naar Sue sturen met het verzoek het na te vragen.

Dat heb ik diezelfde avond nog gedaan, en in de mail uitgelegd dat we er spijt van hadden dat we niet toch voor de “pre-wires” hadden gekozen, dat we geïnspireerd door HGTV ze toch heel graag zouden hebben, en dat we zelfs al de lampjes uit hadden gekozen. We hadden namelijk bij Pottery Barn erg leuke lampjes gezien:

Pendant Lights
De linker lamp, met porceleinen kap, willen we graag boven het keukeneiland hangen

Ik eindigde de email naar Sue met de vraag of zij wellicht zou kunnen navragen bij Corporate of het misschien niet toch nog mogelijk was om de “pre-wires” aan te brengen, en dat ik graag een cheque zou schrijven voor de benodigde $180.

Twee dagen later kwam Sue met het verlossende bericht: men had bij uitzondering besloten om deze verandering toe te laten. Het enige wat we hoefden te doen was inderdaad een cheque voor $180 uitschrijven, en nog wat papierwerk ondertekenen en dan zou het helemaal goedkomen.

We zijn in ieder geval heel blij dat het toch nog mogelijk was. Nu kan de bouwer alles vanaf het begin in orde maken, en hoeven we ook niet bang te zijn voor beschadigingen bij het achteraf te laten doen.

Nu de stoep er al ligt wordt langzaamaan alles een beetje concreter, en voordat je het weet beginnen ze al met de bouw.

Het begint weer langzaam een beetje te kriebelen!

Schieten op Vaderdag

Net zoals in Nederland was het ook in de VS gisteren Vaderdag.

Een oom van Anna had het idee opgevat om voor vaderdag met de hele familie kleiduiven te gaan schieten als cadeau voor zijn vader, Anna’s opa.

De hele familie is gek op jagen en op kleiduiven schieten – op hun familielandgoed was er zelfs een wedstrijdformaat schietbaan – en Anna’s opa vindt het ook geweldig om te doen, net zoals de rest van de familie. Aangezien ik het ook ontzettend leuk vind om te doen zijn wij ook meegegaan. Anna zou niet gaan schieten, iets wat met een zwaar “20 gauge” of “12 gauge” wapen teveel pijn doet met haar fibromyalgie; mogelijk zou een lichter kaliber wel gaan, maar helaas hadden we geen lichter kaliber bij ons. Ik was er in ieder geval helemaal klaar voor – ik vind kleiduiven schieten geweldig!

Al eerder schreef ik over mijn ervaringen met schieten en de verschillende soorten kleiduiven schieten (zie hier) en sinds gisteren kan ik er een nieuwe ervaring aan toevoegen: Sporting Clays.

Wat is Sporting Clays? De website van Colorado Clays, waar we gisteren zijn gaan schieten, omschrijft het als volgt:

“With its roots coming from England, sporting clays is a shotgun shooting game in which clay pigeons are presented to the shooter in ways that mirror the flight pattern of game birds, or occasionally rabbits, in their natural habitats. The shooting grounds are laid out in stations with each station representing one type of bird or a combination of game; a rabbit and a grouse, for example.

With variations in trap position, trap speed, shooting position, and flight paths of different types of clay pigeons, targets can come through the trees, from under your feet, straight down, over your head, quartering, going away, left to right, right to left, and in any path a real bird might choose. The key words are unpredictable, variable, and sometimes bordering on impossible.“

We waren gisteren met 12 personen die zouden schieten, en de meesten daarvan hadden al eens vaker Sporting Clays geschoten. Sowieso zijn het stuk voor stuk ervaren schutters, die allemaal training hebben gekregen als kind op het familielandgoed en al sinds hun jeugd schieten.

En dan had je natuurlijk mij nog, die pas in 2000 voor het eerst een geweer vast heeft gehouden, en die sinds die eerste keer slechts een keer of 12 heeft geschoten, waarbij de laatste keer alweer vier jaar geleden was (in juni 2007 op het landgoed van Anna’s familie).

Tel daar nog eens bij op dat mijn schoonouders vantevoren zeiden hoe moeilijk Sporting Clays wel niet is (ze waren een keer een halve dag Sporting Clays gaan schieten en hadden er elk slechts drie geraakt terwijl ze allebei echt goed kunnen schieten) en de moed zonk me toch een beetje in de schoenen. Hoewel het natuurlijk het belangrijkste is dat je er plezier in hebt is het toch ook wel leuk als je eens een keer iets raakt; zelf helemaal niets raken terwijl om je heen iedereen alles aan gruzelementen schiet is redelijk frustrerend. Maar goed, ik liet me niet erdoor uit het veld slaan en ben vol goede moed richting Colorado Clays gegaan.

Colorado Clays ligt een beetje ten noorden van Denver International Airport, en het is niet al te gemakkelijk om er de eerste keer naar toe te rijden – iedereen van onze groep was minstens één keer verkeerd gereden. Eenmaal aangekomen kwam je terecht op een ontzettend mooie lokatie: veel hoge, oude bomen, grasvelden, en een beekje dat er doorheen stroomde. Afgezien van de voortdurende knallen van de geweren om je heen was het er zelfs heel rustgevend.

Groen

We hadden voor onze groep een soort golfkarretjes gehuurd, zodat alle munitie en geweren niet gedragen hoefde te worden (munitie voor 12 man weegt behoorlijk veel), en zodat Anna’s opa – die toch ook alweer 86 is – niet het hele stuk hoefde te lopen.

EZ-GO's

Bij het opzetten van de “stations” was er gebruik gemaakt van aanwezige natuurelementen zoals boomstronken om de werper achter te verbergen, en overhangende takken om de kleiduiven achter te laten verdwijnen.

Zoals het citaat van de website van Colorado Clays al aangaf was er heel veel variatie in hoe de kleiduiven tevoorschijn kwamen: sommigen kwamen uit of van achter de bomen te voorschijn, anderen draaiden heel langzaam voor je weg, en weer anderen kwamen over de grond stuiterend voorbij (het simuleren van een rennend en springend konijn).

Het geheel was erop gericht om je zo veel mogelijk het idee te geven alsof je in de vrije natuur aan het jagen was, en door gebruik te maken van de natuurlijke obstakels werd het geheel nog een stukje uitdagender dan het al was.

Op sommige plekken was de natuur echter een handje geholpen, zoals bij “Station 7”:

Twee werpers bovenop een hoogwerker

Bovenop deze hoogwerker stonden twee werpers die de vlucht van een tweetal vogels nabootste, de een na de ander, en allebei net ietsje verschillend. De kleiduiven vlogen eerst heel hoog de lucht in, om daarna in een soort van glijvlucht richting de grond te gaan – een van de meest uitdagende “stations” die we gisteren geschoten hebben.

Omdat we met zoveel schutters waren was de groep opgedeeld in twee teams, en er was onderling een kleine competitie opgezet om te kijken wie het beste was per team, en wie er van beide teams samen het beste was.

Station 2

Tot mijn grote verbazing was mijn allereerste schot na vier jaar gelijk raak (en aan de gezichten van de anderen te zien was ik niet de enige die verbaasd was). Het was wel weer even wennen, en mijn volgende pogingen mislukten jammerlijk, maar langzaam maar zeker kwam het gevoel weer terug, en groeide mijn zelfvertrouwen.

Het begon uiteindelijk steeds beter te gaan, en een aantal keer raakte ik zelfs de moeilijke kleiduiven daar waar niemand anders ze raakte. (Uiteraard stond daar tegenover dat ik de makkelijke heel vaak niet raakte, maar daar hebben we het gewoon even niet over).

Uiteindelijk hebben we bijna drie uur lang geschoten, en ik heb echt bijna drie uur lang kunnen genieten. Naarmate ik vaker schoot begon ik steeds beter te worden, en kreeg ik echt de smaak te pakken – jammer dat we met z’n allen nog ergens zouden gaan lunchen anders was ik graag nog wat langer gebleven. Eén ding is echter zeker: dit gaan we vaker doen! Anna had één keer geprobeerd met een 20 gauge, maar na die ene keer was wel duidelijk dat ze dit niet lang kon volhouden. De volgende keer nemen we echter een .410 mee, een lichter wapen en een lichter kaliber, waarmee Anna misschien wat langer mee kan doen.

Anna's vader bij Station 2
Anna’s vader aan de beurt bij Station 2

En de uiteindelijke score? Wel, na Station 7 (van in totaal 8 die we hebben geschoten) stond ik binnen ons team op de tweede plek, maar helaas schoot iemand me bij Station 8 voorbij, waardoor ik als derde (van in totaal zes) eindigde. Beide teams bij elkaar gegooid gaven een apart beeld: een neef van Anna stond ruimschoots bovenaan, en daarachter kwamen maar liefst vijf personen die dezelfde score hadden op een gedeelde tweede plaats – en daarna kwam ik!

Ondanks dat ik weinig ervaring heb en al vier jaar niet meer geschoten had heb ik toch maar mooi enkele ervaren schutters achter me gelaten. Nu heb ik ook zonder dat ontzettend veel plezier gehad, maar ik was in ieder geval blij dat ik niet volledig ondergesneeuwd werd door de anderen.

Ik heb gisteren geschoten met een 16 gauge semi-automatische Remington Sportsman 58, een wapen dat Anna’s vader in een loterij had gewonnen toen hij 16 jaar oud was en dat al sinds 1963 niet meer wordt gemaakt; dit is het type wapen:

Remington Sportsman 58

Het is een heel fijn wapen om mee te schieten, en ik mag het lenen wanneer ik maar wil wat erg leuk is, natuurlijk. En dat komt goed uit, want het is de bedoeling om binnenkort met een aantal hier op het werk ook naar Colorado Clays te gaan. Fijn dus dat ik dan kan schieten met een enigszins vertrouwd wapen, en dat ik nu al een beetje heb kunnen oefenen zodat ik ook bij deze ervaren schutters niet verbleek!

Je zult me nooit en te nimmer aan het jagen krijgen, maar ik denk dat ik met Sporting Clays een nieuwe hobby heb gevonden!

Dennis en de Decadente Dierentuin

De titel deze keer is geïnspireerd door Suske & Wiske albums, die ik hier heb liggen; alliteratie is altijd wel leuk…

Het lijkt er de laatste tijd op dat ik nog maar tijd heb voor één blog per week. Ook afgelopen week was het weer bijzonder druk op het werk, en tja, dan betekent dit dat er echt gewerkt moet worden in plaats van een blog schrijven in de baas z’n tijd…

Ik moet wel zeggen dat het wel erg leuk druk was. Dat klinkt tegenstrijdig, misschien, maar ik ben bezig met een project wat gewoon heel leuk is om te doen: het is voor een deel productontwikkeling, en ik ben nu één van slechts drie personen in ons bedrijf die weten hoe en wat – en dat is geen slechte positie om in te verkeren. Samen met mijn manager heb ik de afgelopen week al heel wat uren doorgebracht met aan dit product te werken, en we verliezen de tijd helemaal uit het oog als we er mee bezig zijn; voordat je het weet kijk je op de klok en is het 17:45 uur, terwijl de vorige keer dat je op de klok keek het nog geen 14:00 uur was…

Verder hebben we deze week een feestje gehad op het werk vanwege het uitfaseren van ons originele product dat inmiddels redelijk verouderd was, en teveel kostte in onderhoud. Aangezien het heel wat werk heeft gekost om al onze klanten van het oude product op de nieuwe variant over te zetten vond men dat het tijd was om dit te vieren nu het allemaal achter de rug was.

Afgelopen donderdag om 15:00 uur verzamelde iedereen dan ook in een bar niet al te ver van het werk, waar de drankjes en de hapjes ruimschoots aanwezig waren. Na ongeveer een uurtje was het tijd voor wat herinneringen op te halen. Het was leuk om alle verhalen te horen over hoe de eerste productdemonstratie bij een klant met “smoke & mirrors” was gedaan omdat er nog helemaal geen werkend product was, om vervolgens de klant te horen zeggen “we like it, we want it, when can we have it?” – waarna de paniek toesloeg. Uiteindelijk is het allemaal helemaal goed gekomen, en heeft het product ertoe bijgedragen dat deze klant kon groeien van 5000 vrachtwagens naar 22.000 vrachtwagens.

Na de herinneringen was het tijd voor de bedankjes aan de mensen die hard hadden gewerkt aan de conversies van het oude product naar het nieuwe product, en hierbij werd ook ons team naar voren geroepen. Als aandenken aan deze “conversie-marathon” kreeg iedereen een beeldje van een renner die bij de finish door het lint gaat, met je naam en “TripPak ONLINE Enterprise Conversion Marathon” erop. Een beetje kitscherig, maar het is het idee dat telt, nietwaar?

Do at the Zoo 2011Helaas kon ik niet al te lang blijven op het feestje aangezien Anna en ik ’s avonds naar “Do at the Zoo” moesten.

“Do at the Zoo” wordt op de website van de Denver Zoo als volgt beschreven:

Join us for a party filled with great food and entertainment!

Take a summer stroll while you sip cocktails, dine on creative cuisine from some of Denver’s best restaurants and enjoy the area’s finest live entertainment. It’s an annual “can’t-miss” event!

Dress

Cocktail Attire – Do At The Zoo Style! From animal prints and safari khaki to classic cocktail dresses, Do At The Zoo has a singular style.

Nadat we al twee keer eerder naar Brew at the Zoo waren geweest was het nu tijd voor de sjieke variant ervan. Omdat de vrouw van Anna’s broer, Josie, bij de Denver Zoo werkt kregen we één kaartje gratis, en een tweede kaartje voor $50, wat stukken beter is dan de $175 per kaartje wat het normaal kost. De opbrengst gaat naar de bouw van het nieuwe deel van de Zoo, “Asian Tropics“, een prachtig ontworpen nieuwe woonruimte voor “Asian elephants, Indian rhinos, Malayan tapirs, white-cheeked gibbons, sarus cranes, clouded leopards, flying fox (large fruit bats), fishing cats, Asian small clawed otters and other important Asian species”, aldus de website.

Even voor zevenen waren we bij de Zoo, waar een flinke menigte zich al had verzameld. De meeste mensen hadden zich wel aan de “dress code” gehouden: de heren in een nette broek en overhemd, of zelfs strak in het pak, en de dames in cocktailjurkjes. Er waren echter ook mensen bij die gewoon in spijkerbroek en t-shirt met teenslippers liepen, maar die waren toch wel in de minderheid. Volgens Josie was het de laatste twee jaar stukken minder geworden qua kleding, en waren er de eerste keren zelfs mannen in smoking en vrouwen in galajurken bij.

Josie was nog aan het werk toen wij naar binnen gingen maar ze zou ons later komen zoeken. Josie is de Gift Planning Manager van de Denver Zoo en werkt als zodanig met de donateurs en de VIP’s die grote bedragen aan de Zoo geven, of mensen die de Zoo in hun testament willen opnemen. Om 19:00 uur ging de Zoo open voor het “normale volk”, maar voor de VIP’s was het toen al een uur bezig.

Even voor achten voegde Josie zich bij ons en hebben we nog tot een uur of kwart voor tien heerlijk door de dierentuin geslenterd met een hapje en een drankje in de hand.

Er waren in totaal 65 tentjes met hapjes, en 13 met drankjes. Het varieerde van BBQ Ribs van Famous Dave’s Bar-B-Que en halve hamburgers van Smash Burger tot aan “Watermelon gazpacho with rock shrimp escabeche” van Encore on Colfax, “Fresh oysters on the half shell; shrimp & halibut ceviche” van McCormick Fish House and Bar, “Beef Carpaccio” van Sketch Wine Bar, “Crab cakes; tenderloin tips & mushrooms; white cheddar mashed potatoes” van Denver Chophouse and Brewery, “Cured salmon on a wonton chip with a wasabi emulsion” van The Oceanaire Seafood Room, “Thai chili crab dumpling with kaffir lime & cilantro slaw” van Parallel Seventeen, en “Ancho spiced buffalo short rib with ramp soubise; apple arugula salad and horseradish gremolata”; deze laatste was verkozen tot het lekkerste gerechtje van “Do at the Zoo”. Uiteraard kon je ook kiezen uit een enorme hoeveelheid desserts, variërend van mini-cupcakes van Adagio Baking Company en Lovely Confections Bakery, “Peaches and pound cake with a white peach sorbet and peach compote” van D Bar Desserts, en “carrot cake bread pudding with cream cheese creme fraiche” van Taste of the Wild, het restaurant van de Denver Zoo. Voor een overzicht van alle restaurants en wat ze aanboden kun je hier terecht.

Uiteraard moet er bij dit lekkere eten ook lekker gedronken worden. Naast Denver’s eigen Great Divide Brewing Company (brouwers van mijn favoriete bier), waren er ook tentjes met gespecialiseerde aanbieders van tequila, whiskey (waar er verschillende dure soorten verkrijgbaar waren zoals Macallan 12), verschillende wijngaarden, en ook in Colorado gedestilleerde “organic spirits” – in dit geval een vodka. Daarnaast waren er een stuk of tien “open bars” waar je alles kon krijgen van wijn, tot bourbon, tot whiskey, en zelfs complete cocktails.

Al met al was het een heerlijk decadente avond met een 65 gangen diner, voorzien van heerlijke drank erbij. Als we volgend jaar Josie weer lief aan kunnen kijken dan gaan we zeker weer!

Bier in Amerika

Onderweg naar huis realiseerde ik me dat mijn laatste stukje alweer een week geleden is. Ik weet dat sommigen van jullie elke dag kijken of er iets nieuws is, dus mijn excuses naar degenen die de hele week al voor niets naar mijn blog zijn gekomen. Deze week is echter een bijzonder drukke week geweest, met ook bijzonder lange dagen.

Daar waar we een tijdje terug ons op het werk nog afvroegen hoe het met ons team zou verder gaan nu alle bestaande klanten van het oude op het nieuwe systeem zijn omgezet en of we nog wel voldoende werk zouden hebben zijn die vragen deze week flink de kop in gedrukt: we hebben het nog nooit zo druk gehad.

Ik maak me normaal gesproken niet zo snel druk op het werk, en stress heb ik geloof ik de afgelopen anderhalf jaar slechts twee keer gehad, maar de afgelopen week was toch wel de derde keer: de emmer liep gewoon over. Dagen van negeneneenhalf uur zonder lunchpauze zijn toch echt niet vaak voorgekomen… Maar ja, beter stress van teveel werk dan stress van te weinig. Doordat het echter zo druk was heb ik op het werk geen tijd gehad om een blog te schrijven (jawel, soms doe ik dat snel even op het werk, tijdens een korte pauze bijvoorbeeld), en eenmaal thuisgekomen had ik echt geen zin meer om nog eens achter de computer te kruipen.

Er kwam wel een leuk einde aan deze week: vanochtend vonden we een uitnodiging van Chad, onze VP, in onze inbox voor een team meeting vanmiddag, officieel van 15:00 uur tot 16:00 uur. De lokatie zou nog worden bepaald, maar “casual attire required”, stond er al in. Cassidy, een van de andere VP’s, zou ook komen.

En zo vertrokken we om 15:00 uur met z’n allen (Chad, Ian, Nate en ik) richting Yard House, een van onze favoriete plekken voor team meetings. En zo kwam het dat we vanmiddag al om even na drieën onder werktijd aan het bier zaten, heerlijk buiten op het terras, in de schaduw, met een graadje of 24 – vele malen beter dan in een vergaderruimte op het werk.

Normaal gesproken zijn dit soort “vergaderingen” niet meer dan een slap excuus om niet te hoeven te werken en bier te drinken, maar deze keer was er zowaar een echte agenda, en duurde de meeting maar liefst tot een uur of half vijf, en gingen we pas rond half zes richting huis. Uiteraard werd de meeting meerdere keren onderbroken voor nieuwe bestellingen en werd er flink gelachen. Het was echt gezellig, en ook echt leuk – en nodig – om even stoom af te blazen na een intensieve week. En het goede nieuws: er zit vanalles aan te komen op werkgebied waardoor we het nog druk gaan krijgen. Prima dus!

De Yard House staat bekend om zijn ontzettend uitgebreide bierselectie, en zodra ik me realiseerde dat ik al een week niets meer geschreven had – tijd dus voor iets nieuws, en de inspiratie vond ik dan ook in een glas bier.

Amerika heeft een slechte reputatie als het op bier aan komt. De term “paardenpis” hoor je vrij regelmatig, hoewel deze over het algemeen gereserveerd is voor “bieren” als Budweiser en Bud Light. En nu kan ik niet anders dan het daar mee eens zijn: Bud is ook paardenpis. En dan nog zijn er mensen in Nederland die veel te veel uitgeven aan een flesje Budweiser; eigenlijk onbegrijpelijk gezien het feit dat in Nederland zoveel goede bieren verkrijgbaar zijn. Maar goed, Budweiser is op en top Amerikaans, en sommige mensen drinken het vanwege de naam en de bekendheid.

Vroeger – dat wil zeggen, tot een jaar of 12 geleden – had ik dat vooroordeel ook: Amerikanen weten niets van bier, en hetgeen zij bier noemen mag die naam eigenlijk niet dragen. Maar ik ben toch al héél lang van mening veranderd: Amerika heeft lekker bier – heel véél lekker bier.

En in Colorado zit je wat dat betreft goed. Colorado produceert qua volume het meeste bier van heel de VS, en heeft het op een na hoogste aantal ‘brewpubs’ en ‘craft breweries’, zo tegen de 100. Denver scoort het hoogst qua gemiddeld volume in bierproductie per inwoner, en eindigt op de tweede plek qua aantal brouwerijen per inwoner. In Colorado bevinden zich ook vier van de 50 grootste brouwerijen in de VS, inclusief – met 22 miljoen vaten per jaar op één lokatie – de grootste brouwerij ter wereld, Adolph Coors Co. in Golden, producent van o.a. Coors Light.

Great Divide - Titan IPAEen van mijn favoriete bieren hier is Titan IPA, van de Great Divide Brewing Company hier in Denver. Het is een heel hoppig bier, met een bitterzoete smaak. Met 7,1% alcohol is het ook een vrij stevig bier, maar het is héérlijk. Niet iedereen is even gecharmeerd van een IPA, een India Pale Ale, maar het is nu mijn favoriete soort bier.

Great Divide is een relatief jonge brouwerij, pas in 1994 opgericht, maar wel een die erg lekkere bieren produceert. Hun brouwerij ligt hier midden in Denver, en staat al langere tijd op de lijst om te gaan bezoeken.

FatTireEen andere, meer bekende brouwerij is de New Belgium Brewing Company in Fort Collins, vooral bekend vanwege hun Fat Tire bier.

Fat Tire is een bier dat je her en der in de VS regelmatig tegenkomt, ook in kleinere plaatsen waar je het het niet verwacht – en zelfs op de tap. New Belgium is zo populair geworden, en zo gegroeid dat het op de rand balanceert om geen ‘micro brewery’ meer te mogen worden genoemd. Mocht je ooit in Fort Collins komen, dan is de brouwerij een bezoek meer dan de moeite waard: je mag per persoon drie verschillende bieren gratis proeven, dus met zijn tweetjes zijn dat al zes verschillende bieren – en je krijgt een redelijke hoeveelheid. Leuk om te doen!

Met zoveel verschillende kleine brouwerijen zijn er echt heel veel lekkere bieren te verkrijgen. De kleinere brouwerijen komen ook vaak met hele bijzondere bieren. Door de jaren heen heb ik al heel veel verschillende bieren geproefd, en meer en meer kom ik tot de conclusie dat je hier veel, maar dan ook echt heel veel lekker bier kunt vinden. Je moet ook gewoon wegblijven van slap spul zoals Coors, Coors Light, Bud, en Bud Light, en meer van dit soort niet lekker bier, maar probeer eens van de heerlijke andere bieren die de VS in het aanbod heeft.

conativeIn Colorado is er één bier verkrijgbaar dat ook alléén maar in Colorado verkrijgbaar is (voorlopig althans): Colorado Native, gebrouwen door de AC Golden Brewing Company in Golden, Colorado. Niet alleen is het enkel in Colorado verkrijgbaar, het is ook nog eens gebrouwen met uitsluitend ingrediënten uit Colorado: het oudste gist in Colorado, in Colorado gekweekte hop, gerst uit de San Luis Valley, en Rocky Mountain bronwater. Het is een heerlijk licht, makkelijk drinkbaar en erg smaakvol bier. Mocht je in Colorado zijn en het tegenkomen dan moet je het echt proberen – al was het maar omdat je het nergens anders zult tegenkoomen.

Metacool MaltuwannaTijdens het bezoek van mijn ouders zijn we bijvoorbeeld naar de Wynkoop Brewing Company hier in Denver (in LoDo) geweest, Denver’s oudste ‘brewpub’, waar ze een heel apart bier hadden: Metacool Maltuwanna.

De naam en de logo van het bier zijn een flinke knipoog naar ‘Medical Marijuana’, iets dat in Colorado legaal is, en vooral hier in Denver stikt het van de ‘medical marijuana dispensaries’. Het bier is dan ook naast heel veel hop ook gemaakt met onder andere hennepzaad. Het heeft een heel bijzondere smaak: naast het bittere van de hop proef je het zurige van het hennepzaad. Er zat ver weg een beetje een smaakje in dat me deed denken aan hoe wiet ruikt als iemand het rookt: een beetje zurig. Ik vond het erg lekker, Anna en mijn ouders vonden het absoluut niet lekker.

dubheOnderweg naar huis ben ik nog even bij de lokale drankboer gestopt, waar ze de wekelijkse vrijdagavond proeverij hadden, en daar hadden ze dit keer – naast een lekker bier van Great Divide – ook een ander bier wat direct mijn interesse wekte: Dubhe, van de Uinta Brewing Company uit Salt Lake City, Utah.

dubhe2De naam van dit bier, Dubhe, wordt uitgesproken als ‘Doo-bee’ op zijn Engels, of ‘Doe-bie’ op zijn Nederlands. Die naam is toepasselijk om meerdere redenen. Dubhe is officieel vernoemd naar Utah’s ‘Centennial Star’, een ster die geclassificeerd is als een ‘Red Giant’, oftewel een ‘Rode Reus‘. Deze ster is terug te vinden in de Grote Beer, en is daarin de hoogst geplaatste ster, in de punt van de steelpan. Ook omdat het bier erg donker is – “as black as the night sky”, volgens de brouwer – is het toepasselijk dat het bier naar een ster is vernoemd.

Er is echter nóg een reden waarom de naam van het bier heel toepasselijk is: een ‘doobie’ is een ander woord voor een joint (dus jawel, The Doobie Brothers, bekend van geweldige hits als ‘Listen To The Music‘, ‘Long Train Running‘ en ‘What A Fool Believes‘, zijn vernoemd naar joints – de bandnaam was bedacht door een huisgenoot van een van The Doobie Brothers die het was opgevallen dat de heren graag een joint rookten). En net zoals Metacool Maltuwanna van Wynkoop is ook Dubhe van Uinta gemaakt met hennep, alleen heeft het meer alcohol: waar Wynkoop het met iets meer dan 6% aanbood, daar heeft Uinta Dubhe voorzien van maar liefst 9.2% – lekker sterk dus!

Nu is het ook nog eens een IPA, een Imperial Black IPA, welteverstaan, en dus was ik er vrijwel van overtuigd dat ik het lekker zou vinden. En jawel hoor, het was héérlijk. En zo liep ik dan ook de deur uit met in de ene hand een six-pack Titan IPA, en in de andere hand een four-pack Dubhe.

Ik zou nog lang door kunnen gaan over alle heerlijke bieren die hier te krijgen zijn, in de VS in het algemeen – zoals Moose Drool Brown Ale van de Big Sky Brewing Company in Montana, of Shiner Bock van de K. Spoetzl Brewery in Shiner, Texas, of bier van de Aviator Brewing Company in Fuquay-Varina, North Carolina – of Colorado in het bijzonder met de bieren van de Fort Collins Brewery, Odell Brewing Company in Fort Collins, Left Hand Brewing Company in Longmont, Oskar Blues in Lyons (1400 inwoners, makers van het heerlijke Dale’s Pale Ale), Avery Brewing Company in Boulder, Wynkoop Brewing Company in Denver, Breckenridge Brewery in Breckenridge, Bull & Bush Brewery in Denver – om maar een klein aantal te noemen.

De bierliefhebber hoeft zich in de VS – en in Colorado en Denver en omgeving in het bijzonder – dus echt niet te vervelen!

En ik? Als je me vanavond zoekt dan kun je me onderuitgezakt op de bank vinden, heerlijk genietend van een ‘doobie’- ehm, ik bedoel uiteraard een ‘Dubhe’.

Dude… Cheers…

Bitch Citation

Een wat? Yep, je leest het goed: Bitch Citation.

Dat is wat ik onder mijn ruitenwisser vond toen ik zojuist terug bij mijn auto kwam na een bezoekje aan onze plaatselijke Safeway:

Bitch Citation

Op de achterkant stond dit:

Bitch Citation Achterkant

Ik zou waarschijnlijk zwaar beledigd moeten zijn om voor “Arrogant bitch”, “Mega-bitch”, “Ugly bitch”, “tail-gaiting bitch” en “a-hole” te worden uitgemaakt, maar ik kan eigenlijk niet lang genoeg ophouden met lachen om daar serieus over na te denken.

Toegegeven, ik rijd een stukje assertiever – hoewel ik de term “sportiever” prefereer – dan de gemiddelde Amerikaan, maar dat is deels te wijten aan de turbomotor in mijn auto, en deels te wijten aan mijn Europese rijstijl die af en toe (nou ja, regelmatig) boven komt drijven. Veel Amerikanen zijn heel gedwee in het verkeer, wat prima is, want daardoor bestaat niet die grimmige, agressieve sfeer die bijvoorbeeld in Nederland in het verkeer bestaat. In plaats daarvan is het verkeer in de VS vaak heel erg rustig. Alleen, soms is het een beetje te rustig. Bijvoorbeeld mensen die 55 blijven rijden in de linkerbaan, terwijl ze voortdurend rechts ingehaald worden (wat hier mag), en terwijl er borden langs de weg staan “Keep right except to pass”. Geen wonder dus dat er soms een beetje agressie wordt opgeroepen (niet alleen bij mij) door dit soort bestuurders die totaal niet in de gaten hebben wat er om hen heen gebeurt. En ik moet zeggen, er zijn hier héél veel bestuurders die niet opletten, die niet anticiperen, en die niet om zich heen of achter zich kijken. En wat gebeurt er dan ook nog eens als deze mensen voorbij worden gereden met een normal snelheid, en soms op hun slecht rijgedrag worden gewezen middels getoeter of handgebaren? Dan worden ze boos. Of ze delen een “Bitch Citation” uit.

De gemiddelde Amerikaanse auto is ook niet gemaakt voor snel optrekken, en de gemiddelde Amerikaan weet niet eens hoe dat moet. Af en toe tref je wel eens iemand die ook snel optrekt, maar normaal gesproken is het bij stoplichten huilen met de pet op. Het duurt hier heel vaak een seconde of twee voordat men überhaupt in de gaten heeft dat het licht inmiddels al op groen is gesprongen, dat de voet van de rem af moet worden gehaald en in plaats daarvan op het gaspedaal moet worden geplaatst. Dat het gaspedaal ook nog naar beneden kan worden ingedrukt dat is ook voor velen een nieuw concept. Mensen letten gewoon niet op bij een rood stoplicht. Nu doe ik dat wel heel erg, vooral als ik vooraan sta. Zeker met deze auto is het dan leuk om zodra het groen is snel op te trekken. Eén keer ben ik zelfs geflitst op een kruising nadat ik de turbo even aansprak nadat het licht op groen sprong. Alle andere auto’s stonden nog stil terwijl ik al halverwege de (grote) kruising was, en ineens: “flits”! Dat was wel een aparte gewaarwording.

Enniewee, volgens de persoon die mij dit liefdesbriefje op mijn auto heeft achtergelaten heb ik dus te dicht op haar (ik ben er vrijwel zeker van dat het een vrouwenhandschrift is) gereden. Het gekke is dat ik, terugdenkend aan de hele rit van mijn werk naar huis, me helemaal niet kan herinneren dat ik (te) dicht op iemand heb gereden. Ik hou daar namelijk niet zo van. Af en toe doe ik het wel, toegegevn, maar dat is dan voornamelijk op momenten waarop iemand totaal niet door rijdt, en bijvoorbeeld 20 blijft rijden daar waar je 35 mag. Ook al heeft het misschien niet zo veel zin, ik wil dan inderdaad nog wel eens ietsje dichter op iemand gaan rijden. Soms dan kijken ze in de spiegel en zie je ze denken “verrek er zit iemand achter me!”, en geven dan gas – en dan is het doel bereikt. Normaal gesproken doe ik dat echter liever niet omdat ik hier wel geleerd heb dat bestuurders veel onvoorspelbaarder zijn dan in Nederland, en voordat je het weet trapt iemand hier op de rem en zit je erboven op. Als die persoon dan ook nog eens onverzekerd is – wat hier in het geheel niet ondenkbaar is – dan heb je de poppen aan het dansen. Nee, ik doe dat dus liever niet.

Maar soms denken mensen daar blijkbaar anders over.

En soms krijg je dan – blijkbaar – een Bitch Citation.

Het verbaast me gewoon dat mensen met dit soort briefjes in hun tas rondlopen, en dan op de parkeerplaats van Safeway (waar ik opreed toen er helemaal niemand achter me reed, en er was zelfs niemand anders de parkeerplaats opgedraaid tegen de tijd dat ik de winkel inliep) de tijd gaat nemen om een briefje te schrijven en op mijn auto achter te laten nadat ze blijkbaar mijn auto hebben herkend. En als ik achter die persoon reed, is ze dan speciaal op zoek gegaan naar mijn auto?

Ach, ik kan er om lachen. Het zal echt geen verschil uit maken in hoe ik zal rijden. Ergens vind ik het ook een beetje laf. Als je dan echt zo’n probleem hebt met mijn rijstijl, en je ziet mijn auto staan, blijf dan wachten totdat ik bij de auto terugkom, en spreek me dan aan. Verschuil je niet achter zo’n laf briefje.

Nou ja, de persoon die mij die “Bitch Citation” heeft gegeven zal daar denkelijk heel veel voldoening uit hebben gehaald, en zal vast en zeker heel tevreden gaan slapen, vanavond. Is het tenminste dan toch nog ergens goed voor geweest.

En ik? Ik lig er niet wakker van; ik ben blij dat ik iemands dag weer goed heb kunnen maken doordat ze eindelijk weer eens dat notitieblokje met “Bitch Citations” tevoorschijn hebben kunnen halen – hebben ze die paar dollar toch niet voor niets uitgegeven!

Tja, het had erger kunnen zijn, hè, als ik zo eens dat papiertje bekijk. Ik bedoel, ik had ook “Pygmy bitch” genoemd kunnen worden, of “Knuckle-dragging bitch”, of nog erger, “Snaggle-toothed bitch”…

Ik zie de persoon daar al staan, met notitieblokje in de hand, en dan één voor één door het lijstje gaan, “Was he a ‘Back-stabbing bitch’? No, not really. ‘Bad-attitude bitch’, maybe? Yeah, but let’s see what else is on here, maybe there’s something better…” om dan uiteindelijk bij “Mega-bitch” uit te komen en dan te denken “oh yeah, he definitely was a Mega-bitch, so I am checking that one… hmmm oh yeah, and of course ‘Ugly bitch’, because boy was he ugly!

Ze besluit in ieder geval met “But you’re so not my bitch.

Gelukkig maar, want anders zou ik me misschien zorgen moeten gaan maken als ze het andere hokje had aangekruist…

Memorial Day Weekend – een terugblik

Afgelopen weekend – Memorial Day Weekend – zijn we op zondag naar de film geweest: Pirates of the Caribbean 4. Een erg leuke film, vonden we allebei; eindelijk weer eens een beetje normaal, daar waar deel 2 en vooral deel 3 toch wel erg “over the top” waren. Deel 4 was ook een stuk somberder, en een stuk grimmiger qua sfeer, en dat kwam de film wel ten goede.

Na de film zijn we weer huiswaarts gekeerd; we hadden zin om ’s avonds fajitas te eten, maar aangezien onze fajita seasoning op was besloten we eerst even bij Anna’s ouders langs te gaan om te kijken of zij nog wat hadden (er is één merk dat het lekkerste is, en dat is hier lastig te krijgen; Anna’s ouders laten het altijd overkomen uit San Antonio).

Anna’s ouders waren in Aspen, maar we hebben de code van de garage, waar de sleutel verstopt is dus we konden wel het huis binnen.

Zodra we de deur openden sloegen we haast achterover: een enorme warmte kwam ons tegemoet. We hadden geen idee wat dit kon zijn; het was wel warm die dag, maar dit was veel te warm om natuurlijk opgewarmd te kunnen zijn.

Het was zó warm in huis dat één plant al dood was, en dat de kaarsen waren gesmolten. Alle muren en zelfs de roesvrijstalen koelkast voelden gewoon heet aan. Het was zeker 40 graden in huis, en op sommige plekken zelfs nog wel wat warmer – het was gewoon niet uit te houden.

We voelden dat de hete lucht nog steeds naar binnen werd geblazen en dus liep ik meteen naar de thermostaat toe om te kijken of de verwarming soms aan stond. Het schermpje van de thermostaat was echter leeg, op een klein ikoontje na in de vorm van een batterijtje, met daarin het woord REPLACE.

De thermostaat reageerde helemaal nergens meer op, dus de batterij was nu écht leeg. Waarschijnlijk stond de verwarming op “ON” toen de batterij er helemaal mee ophield, en die is dus blijven blazen – waarschijnlijk al vanaf vrijdagavond. Geen wonder dus dat het huis zo enorm was opgewarmd.

We hebben gelijk alle ramen opengegooid, de batterijen in de thermostaat vervangen, en de airconditioning aangezet, en zijn buiten gaan zitten. Na ongeveer een uurtje was de temperatuur al iets gezakt en hebben we de ramen weer dichtgedaan; we hadden geen zin om nog langer daar in de achtertuin te zitten.

Met de fajita seasoning in handen zijn we naar de winkel gegaan en hebben de ingrediënten gehaald. Eenmaal thuisgekomen heeft Anna haar ouders gebeld en over het huis verteld. Ze wisten dat de verwarming aan stond, maar ze kregen het niet uitgeschakeld. Ze hadden zich voorgenomen om een monteur te bellen als ze weer thuis waren, en ze waren stomverbaasd toen we hen vertelden dat het simpelweg aan lege batterijen te wijten was: ze hadden geen idee ervan dat het op batterijen werkte. Tja… het stond duidelijk in het schermpje, maar als je er nooit naar kijkt… Ach ja – “crisis averted!”

Wij hebben ’s avonds in ieder geval heerlijk fajitas gegeten!

Maandagochtend zouden we naar de Mile High Marketplace gaan, zoals ik al schreef in mijn vorige stukje. Normaal gesproken is dit alleen open op vrijdag, zaterdag en zondag, maar nu was het ook op maandag open vanwege Memorial Day. Eenmaal daar aangekomen bleek dat slechts een 30% van alle kraampjes en winkeltjes open was – dat viel wel tegen. De entree en parkeren was in totaal maar $2 dus daarvoor hoef je het niet te laten, maar het was wel jammer dat het zo rustig was. Ongezellig rustig, eigenlijk. Het lijkt me best wel leuk als alles open is en er wat meer mensen rondlopen.

Je kon nu wel goed mensen kijken, en het merendeel van de bezoekers waren mensen van Mexicaanse afkomst: minstens 80%. Heel veel van de winkeltjes die open waren richtten zich ook heel duidelijk op deze klantengroep: veel Mexicaanse artikelen (er is zelfs een supermarktje met uitsluitend Mexicaanse producten), er is een Mexicaans restaurant, heel veel is enkel in het Spaans aangeduid, en op de meeste plaatsen wordt Mexicaanse muziek gedraaid.

Naast deze winkeltjes is er ook een “farmers market”, waar boeren komen om hun fruit en groente te verkopen. En wat zag dat er allemaal goed uit, zeg! Heerlijk vers allemaal, lekker groot, en het rook ook allemaal zo lekker. We hebben er nog een koopje gevonden: 6 grote komkommers voor $1 – die konden we toch niet laten liggen. (’s Avonds heeft Anna hiermee heerlijke gazpacho gemaakt: koude soep, met komkommers, kippenbouillon, sour cream, knoflook, zout en peper – altijd lekker, zeker op warme dagen).

Het laatste onderdeel van de Mile High Marketplace is de vlooienmarkt, hoewel de naam “rommelmarkt” stukken toepasselijker was – het spul dat te koop werd aangeboden was nog erger dan op de gemiddelde Nederlandse rommelmarkt. Misschien dat het aan Memorial Day lag, en dat er daardoor niet zoveel verkopers waren, maar dit stuk was toch wel een teleurstelling.

Al met al was het toch leuk. We hebben nog een gegrilde “turkey leg” gegeten voor onze lunch, nog de laatste winkeltjes bekeken, en zijn toen weer vertrokken. We zullen zeker nog een keer teruggaan, waarschijnlijk in augustus met mijn ouders, en dan gaan we op een zaterdag of zondag, zodat het hopelijk wat drukker is en er meer open is.

Na de Mile High Marketplace zijn we nog naar een meubelzaak gereden waar we veel goeds over hadden gehoord. En inderdaad, de meubels waren ontzettend mooi. De kwaliteit was echt heel erg goed, maar het prijskaartje paste er wel bij: de zithoek die we hadden uitgekozen had een aanbiedingsprijs van $10,350… ik heb er zo’n hekel aan als onze smaak beter is dan ons budget toestaat! We zijn dan ook maar snel verder gelopen. Misschien dat we ooit nog wel eens teruggaan, maar dat zit er voorlopig nog lang niet in…

Helaas bleek eenmaal buiten gekomen dat we onze plannen om ’s avonds te barbequen moesten aanpassen: er was een stevige wind opgestoken, het was bewolkt geworden, en zo af en toe kwam er een druppel regen naar beneden. Uiteindelijk hebben we dan ook maar een stukje vlees op de George Foreman gril gelegd – niet helemaal hetzelfde, maar toch ook wel lekker.

Uiteindelijk is het toch nog een leuk weekend geworden, ook zonder naar Aspen te gaan – waar het blijkbaar maandagochtend nog sneeuwde, dus qua weer hebben we in ieder geval niets gemist!